Also available as PDF.
We gebruiken, ruw geschat, maar 2 procent van onze energie nuttig. Dus 98 procent van al de energie die we gebruiken, verspillen we. Maar het lijkt wel of we niet weten dat we zo enorm veel verspillen. Misschien weten we het wel, maar denken we dat er niets aan te doen is of dat dat erg duur is. Er wordt ons immers vaak voorgehouden dat als de welvaart stijgt het energieverbruik natuurlijk ook stijgt. Niets is minder waar, de energie-efficiëntie verhogen is niet duur en levert in veel gevallen geld op. We kunnen met groot gemak meer comfort bereiken zonder het energiegebruik te laten stijgen.
Om te illustreren hoe inefficiënt we bezig zijn, heb ik in mijn boek ‘Hoe kook ik een ei’ diverse voorbeelden gegeven. Vaak vertel ik het verhaal van onze deurbel. Er staat altijd een transformator aan om te kijken of er iemand aanbelt. Maar we moeten heel veel vrienden hebben, of belletje trekkers, om ons deurbelknopje één uur per jaar ingedrukt te houden. De andere 8.759 uren staat de transformator energie te gebruiken zonder dat het nodig is.
Gemiddeld gebruikt zo’n transformator 50 kilowattuur per jaar. Als we dit met alle deurbellen van de EU vermenigvuldigen, zo’n 200 miljoen stuks, dan gebruiken we in totaal 10 miljard kilowattuur stroom voor onze deurbellen. Dit zijn twee grote kolencentrales die continu aanstaan om deze stroom te produceren. En het kan simpel anders. Een klein zonnecelletje ter grootte van je nagel op de deurbel plakken. Dit zonnecelletje ‘kijkt’ in feite of je aanbelt. En pas als je aanbelt, schakel je de transformator in. Zo’n zonnecelletje produceert geen 50 kilowattuur, nee dat bespaart het.
Ik hoor u al denken, tsja de deurbel, maar geldt dit dan ook voor al onze andere apparaten? En die nieuwe apparatuur, die is toch wel beter? Nu zijn we gelukkig wel een inhaalslag aan het maken; onze apparatuur wordt zeker zuiniger. We hebben nu warmtepompwasdrogers, LED-televisies, energiezuinige intelligente wasmachines die kijken hoeveel was je er in doet en LED-verlichting.
Toch blijkt het nog moeilijk om deze apparatuur aan de vrouw en man te brengen. We vergelijken op aanschafprijs, terwijl vaak de energiekosten bepalen hoeveel geld je kwijt bent. Op www.greenem.nl kun je wel de totale kosten vergelijken. Dan blijkt bijvoorbeeld dat een C-label wasdroger wel ongeveer 200 euro in aanschafprijs goedkoper is dan een A+++ label, maar over de levensduur toch rond de 1.000 euro duurder. En zo geldt dat voor heel veel apparaten. Een energiezuinig apparaat kan wel duurder zijn in de aanschaf, maar is in feite goedkoper over zijn hele levensduur. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je niet kiest voor de energiezuinige variant.
Toch presteren we het ook nu nog om apparaten op de markt te brengen waar helemaal niet gelet is op de energie-efficiëntie. Moderne apparaten zoals plasmascherm televisies: het zijn kachels waarop je films kunt bekijken. Of neem nu de router, onze toegangspoort tot internet. Er worden routers geleverd die tijdens gebruik 17 watt vragen, maar in de stand-by stand nog steeds 16 watt gebruiken. Met enkele eurocenten aan kosten kan het stand-by verbruik gemakkelijk terug naar minder dan 1 watt.
Waarom gebeurt dat dan niet? Is dat desinteresse, het niet kunnen schelen, of wat is dit? Het moest verboden worden, denk ik dan. We hebben nu een labelsysteem, maar dat is echt veel te vrijblijvend. Je kunt dan wel zien welk apparaat meer of minder energie gebruikt, maar je weet niet wat het scheelt in kosten. En als je wilt, kan je nog steeds het energetisch onzuinige apparaat kopen.
In de gezondheidszorg kennen we een systeem dat de witte lijst heet. Een geneesmiddel mag alleen op de markt komen als het uitgebreid is getest en inderdaad bijdraagt aan het verbeteren van de gezondheid. Waarom geldt zo’n vergelijkbare witte lijst voor apparaten niet? Een apparaat mag pas op de markt komen als het energiezuinig is, geen milieugevaarlijke componenten bevat en niet gevaarlijk is. De gezondheid en zeker die van onze kinderen staat, in mijn sterke overtuiging, altijd voorop.
Maar waarom lijkt het dan toch dat we de indruk wekken ‘wie dan leeft die dan zorgt?’ Gek toch, want we kunnen eigenlijk goed voor onze eigen portemonnee én de toekomst van onze kinderen zorgen. Waarom doen we dat dan niet?
Ad van Wijk is duurzaam energieondernemer, adviseur en professor in Future Energy Systems aan de TU Delft.