‘De motor is gestart’

Het buzzt lekker rond waterstof in Noord-Nederland. Ondernemers zijn bezig, clubs ontstaan, van bovenaf wordt de groene waterstofeconomie aangezwengeld. Het Noorden is hard bezig een grote kans te creëren. Het inkoppen komt daarna.

Het is nog maar luttele jaren geleden dat waterstof vooral in verband werd gebracht met de Hindenburg, met de H-bom, met rare Japanners die een auto met fuel cell maakten, met een gevaarlijk goedje dat vooral door dromers als kans werd gezien. Je kunt je er anno nu weinig meer bij voorstellen. Het Noorden investeert fors in technologie die het gebruik van waterstof dichterbij brengt. Sterker nog: waterstof wordt al gebruikt, op steeds grotere schaal.

Platgeslagen is dat logisch. Tel maar mee. We moeten in snel tempo onze uitstoot verlagen, de Groningse gaskraan wordt dichtgedraaid, we zitten met een uitdaging om alle groene energie die we opwekken in goede banen te leiden. Op al die uitdagingen kan waterstof een antwoord vormen. Daar komt nog bij dat al die duizenden mensen die nu een baan hebben die op de één of andere manier met het winnen van aardgas te maken heeft, goed aan het werk kunnen in de technologie rond het produ- ceren en vervoeren van waterstof.

Dat zien steeds meer partijen. Specialistische ondernemingen als Holthausen in Hoogezand en Resato in Assen doken op de kansen. Maar ook gevestigde partijen als Avebe, Gasunie, Stork, Nedmag en Suikerunie doen mee. Een waslijst aan projecten is begonnen of staat op stapel, variërend van het bouwen van electrolysers voor de productie van waterstof tot de aanleg van waterstoftankstations en het maken van nieuwe leidingen. Van de bouw van een waterstofwijk in Hoogeveen tot onderzoek naar het opslaan van waterstof onder de grond. En vergeet de industrie niet, waar al veel waterstof wordt gebruikt voor chemische processen, maar nog meer welkom is om fossiele brandstoffen te vervangen.

RODE BOEKJE

,,Zo hebben we het in eerste instantie ook aangevlogen, als economische kans voor Noord-Nederland’’, zegt Denisa Kasova. Zij zette als directeur van de toenmalige Noordelijke Innovation Board de optie waterstof op de kaart. Althans: zij omarmde de visie van Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft. Veel veranderde met de oplevering begin 2017 van ‘Het rode boekje’ van Van Wijk, een brochure waarin uiteengezet wordt hoe de groene waterstofeconomie in Noord-Nederland tot stand gebracht kan worden en waarom dat een goed idee zou zijn.

,,Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat we nu al zo ver zouden zijn’’, zegt Van Wijk. ,,In het plan stond dat we in 2030 1 Gigawatt aan energie in waterstof zouden hebben opgeslagen. Daar gaan we ruimschoots overheen. Dat komt vooral doordat de bedrijven het oppikken en later ook overheden en onderwijsinstellingen.’’ De kamerbrief van minister Wiebes deze zomer is wat dat betreft tekenend. Hij zet erin uiteen hoe belangrijk de groene waterstofeconomie in potentie is voor het halen van de klimaatdoelen én het liften van de Noordelijke economie.

‘Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat we nu  al zo ver zouden zijn’

Dat het zo snel is gegaan heeft te maken met een aantal factoren dat gunstig samenkwam. Het gebruik van waterstof als ener- giedrager is al oud, het was wachten op het juiste gesternte. ,,De kostprijs voor energie uit wind en zon is gekelderd de laatste jaren. Zelfs in Dubai is energie uit zongoed- koper dan energie uit olie’’, zegt Jan Jaap Aué. Hij is lector Waterstoftoepassingen aan de Hanzehogeschool in Groningen.

,,Verder zie je dat elektrisch rijden uit de hoek van de geitenwollen sokken is getreden. Het struikelblok is de actieradius en waterstof kan dat helpen oplossen. Nog een factor? Het slechte klimaat in binnensteden is een wereldwijd thema, waar groene waterstof een antwoord op kan zijn. En dan heb je nog de urgentie vanwege de klimaatverandering. Na de ramp met de kerncentrale van Fukushima verlegt de wereld zijn blikveld en is waterstof een logisch richtpunt.’’

LAGE DRUK

Zet het zo allemaal op een rijtje en het lijkt net alsof we in het Noorden van nul naar veel zijn gegaan in dik twee jaar. Zo is het natuurlijk niet. Waterstof was er al, bijvoorbeeld als grondstof in de chemische industrie. Initiatieven om er meer mee te doen ook. Tieluk in Leeuwarden bijvoorbeeld. De producent van brandstofcellen op waterstof timmert al enkele jaren aan de weg. Maar het timmert wel wat lekkerder nu de rest van de wereld het belang van waterstof ook in ziet, nu er een momentum is gecreëerd.

,,Ja, we hebben de flow mee’’, vertelt Frank Turksma, mede-eigenaar van het bedrijf, samen met Tienus Lukkes en Franke Doting. Ze ontwikkelden een apparaat dat ter plekke onder lage druk waterstof maakt dat direct in een cv-ketel of voorzetbrander bijgemengd kan worden. ,,Dat gaat tot een verhouding van 40 procent aardgas, 60 procent waterstof. Meer zou kunnen, maar daarvoor zijn we ook afhankelijk van de bouwers van ketels en branders. Een ander groot voordeel is dat er in het pand geen aanpassingen nodig zijn, alles kan blijven zoals het is.’’

Het apparaat is een succes. Inmiddels hebben diverse gemeenten zoals Leeuwarden, Groningen en Voorst een installatie staan. Ook staat bij een appartementencomplex  in Enschede een geschakelde installatie van in totaal 1,3 megawatt in de centrale stookruimte opgesteld. ,,We hebben besloten ons eerst te richten op de grote projecten zoals overheidsgebouwen, woningcorporaties, zorginstellingen en zwembaden. Dat lukt, maar het zijn vaak organen waar de besluit- vorming over veel schijven loopt, ze zijn echt nog zoekende. Daarentegen zie je dat de industrie sneller beslist en de voordelen op twee vlakken pakt, die van minder aardgasverbruik en CO2-reductie. Daar kunnen we mooie stappen maken. En ja, wie weet heeft iedereen er straks ook één thuis.’’

Zoals het gaat bij startups, heeft Tieluk de afgelopen jaren zijn product steeds verder bijgeschaafd. Het doel is om naar een 100 procent opwekker te gaan die aardgas volledig kan vervangen door waterstof. ,,Dat  kan, maar we beginnen met bijmengen zodat we de doelstellingen van het Energieakkoord voor 2030 kunnen halen en dat is 50 procent CO2-reductie. Omdat aardgas nog wel even blijft kunnen we op deze manier direct grote klappen maken op weg naar minder uitstoot. Want daar gaat het uiteindelijk om. In de tussentijd zal er vast weer het nodige uitgevonden worden wat ons helpt richting 2050.’’

GROTE STAPPEN

Wat Tieluk doet is een typisch voorbeeld van hoe de waterstofeconomie ervoor staat in Noord-Nederland. Grote stappen worden gezet, de eindstreep is nog niet in zicht.

Dankzij een overheid die prioriteit én geld geeft aan dit soort projecten, komt er veel van de grond. Belangrijker nog zijn de on- dernemers die de mogelijkheden omarmen, om het vliegwiel in beweging te zetten.

,,Dat is precies hoe het moet, een wilde economische ontwikkeling’’, zegt Jan Jaap Aué. ,,Zo veel mogelijk ondernemers moeten ermee bezig gaan. Niet omdat er ergens subsidie te vinden is, maar omdat ze er een businessmodel in zien. Dat gezegd hebbende, is het wel belangrijk dat het wiel niet door allerlei mensen tegelijk uitgevonden wordt. Door in grote verbanden af te spreken wie zich waarop gaat richten, verhogen we de effectiviteit flink.’’

Hydrogreenn (HYDROGen Regional Energy Economy Network Northern Netherlands) is zo’n verband. Het ontstond een jaar geleden op initiatief van Stork en Entrance, Centre of Expertise van de Hanzehoge- school met als doel de waterstofeconomie vooruit te helpen. Vooral door het laten zien van cases. Het project Waterstofwijk Hoogeveen is zo’n case. Tientallen partijen sloten zich aan, bedrijfsleven, overheid en onderwijs. En nu is zijn er regelmatig bij- eenkomsten. Om van elkaar te leren, om elkaar verder te helpen.

Geen tijd te verliezen: ‘De grond is al bouwrijp gemaakt’

Direct resultaat is ook de Hydrohub, een testcentrum voor verschillende methoden van elektrolyse om Entrance in Groningen. Aué: ,,Het doel is het goedkoper maken van het produceren van groene waterstof. Dat gaat over verschillende soorten elektrolysers, maar over meer. De gebruikte filters, het type water, verzin het maar.

Partijen kunnen hier hun ideeën uitproberen. Wat we echt nodig hebben om in het Noorden een groene waterstofeconomie op gang te helpen, is  een elektrolyser op een schaal die nog niet bestaat. Dat is een enorme marktkans.’’

ONDERWIJS

Wat moet er nog gebeuren om van Noord-Nederland dé groene waterstofeconomieregio te maken? Ad van Wijk: ,,We zijn nu hard op weg met fase 1, het van de grond krijgen, het enthousiasmeren, het groot durven denken, het samenwerken. We moeten nu schaken op verschillende bor- den. De productie van waterstof, de toepassingen, het mogelijk maken. Dat betekent ook dat we politiek actief moeten zijn, het onderwijs moeten meekrijgen.’’

Denisa Kasová zegt dat er voor de volgen- de fase geen tijd te verliezen is. ,,Dit is het moment dat we in het Noorden bedrijven moeten aantrekken die grote elektrolysers gaan maken, die zich bezighouden met pijpleidingen, met toepassingen van groene energie. We hebben de grond de afgelo- pen jaren al wat bouwrijp gemaakt. De komst van de fabriek voor biokerosine is een bewijs dat we op de goede weg zijn.’’

Tekst Jean-Paul Taffijn
Foto’s Pepijn van den Broeke

‘Op weg naar een waterstofeconomie: de eerste stappen zijn gezet’ RTV Noord

Op weg naar een waterstofeconomie: de eerste stappen zijn gezet

Het begint met de aanleg van een ruggengraat van pijpleidingen en de bouw van waterstoffabrieken

Denisa Kasova – directeur Noordelijke Innovation Board

‘We praten over de ontwikkeling van de backbone‘, zegt Denisa Kasova, directeur van de Noordelijke Innovation Board. ‘Het begint met de aanleg van een ruggengraat van pijpleidingen en de bouw van waterstoffabrieken.’

Goedje

Auto’s, bussen en treinen kunnen er op rijden, boten kunnen er op varen. Bedrijven gebruiken het als grondstof om er andere producten mee te maken en in energiecentrales kan er elektriciteit mee wordt gemaakt. Interessant goedje dus, dat waterstof.

Geestelijk vader

Noord-Nederland zet er stevig op in en er liggen allerlei plannen klaar voor waterstoftoepassingen. Aanjager van de plannen is de Noordelijke Innovation Board, waar de Delftse hoogleraar Future Energy Systems en waterstof-goeroe Ad van Wijk een belangrijke rol heeft. Van Wijk is de geestelijk vader van het idee van de groene waterstofeconomie. Volgens hem biedt die de regio een gouden kans.

Groen

Waterstof kan gemaakt worden uit aardgas, maar Noord-Nederland wil het met groene elektriciteit produceren uit water. Dat gebeurt met een proces dat elektrolyse heet. Water is er genoeg, de stroom moet vooral komen uit zon en wind.

De Hesla, een Tesla op waterstof, uit Hoogezand (Foto: RTV Noord)

Auto’s en fabrieken

Naast het leidingnet dat op het Chemiepark wordt aangelegd zijn er meer plannen. Er is een proef in voorbereiding met een waterstoftrein die gaat rijden tussen Groningen en Leeuwarden. In Hoogeveen wordt gewerkt aan een woonwijk waar verwarmd, gekookt en verlicht wordt met waterstof.
Het Hoogezandster familiebedrijf Holthausen heeft inmiddels zo’n beetje alles dat rijdt of drijft omgebouwd voor waterstof, van Tesla tot trekker. Voor de productie van waterstof wordt nagedacht over de bouw van een waterstoffabriek, in de Eemshaven als mogelijke locatie.

Peperduur

De ambities van het Noorden sluiten aan bij de plannen van het kabinet, dat wijst in de Energieagenda (2016) waterstof aan als nieuwe energiebron. Maar voordat waterstof echt een rol van betekenis zal spelen zijn we heel wat jaren verder. Fabrieken voor de productie ervan moeten nog wordt gebouwd, het hele transportnet ontbreekt, auto’s kunnen nog nergens tanken en de brandstofcellen voor auto’s, bussen en treinen zijn nog peperduur.

Activiteiten

Nu al wordt waterstof gebruikt in de chemie in Delfzijl als basisgrondstof voor de productie van bijvoorbeeld kunstmest of methanol en als brandstof om energie van te maken. Deze waterstof komt vrij bij de productie van chloor uit zout. Hieronder staan twee kaartjes waarop de huidige en geplande waterstofactiviteiten in de Groninger zeehavens zijn ingetekend.

Waterstof in Delfzijl

– Nieuw leidingnet aangelegd door Groningen Seaports. Voor transport van waterstof die is gemaakt met duurzame energie uit windmolens en zonneparken (groene waterstof) naar chemie- en industriebedrijven.
– Chloorfabriek AkzoNobel. Bij de productie van chloor uit zout komt waterstof vrij.
– Ongeveer een vijfde van deze waterstof gaat met een leiding naar bedrijven die het als grondstof gebruiken:
– 1: De monocholoorazijnzuurfabriek van AkzoNobel
– 2: Tejijn. Gebruikt waterstof bij de productie van supersterke vezels
– 3: BioMCN. Die gebruikt waterstof bij de productie van biomethanol.
– Vier vijfde van de waterstof uit de chloorproductie gaat naar de energiecentrale Delesto die het als brandstof inzet.
– Een klein deel gaat naar het waterstoftankstation.
– Plan voor bouw waterstoffabriek door AkzoNobel en Gasunie.

Waterstof in de Eemshaven

– Bouw waterstoffabriek. In de fabriek wordt waterstof gemaakt met stroom van windparken op zee
– Productie waterstof op zee direct bij de windparken. Waterstof wordt met een leiding aan land gebracht
– Aanpassing NUON centrale. Plan om de energiecentrale geschikt te maken voor gebruik van waterstof als brandstof. Waterstof komt vanuit Noorwegen naar de Eemshaven.

Lees ook:

– Eemshaven en haven Delfzijl gaan voor waterstof
– Ecolution wordt vlaggenschip van waterstof-campagne Noord-Nederland
– Gronings loonbedrijf wil trekker op waterstof

Dit artikel komt van RTV Noord, geschreven door Loek Mulder

‘Alles over waterstof’ Radiouitzending BNR

Een interview bij BNR Eyeopeners met Meindert Schut: alles over waterstof. Wat is het precies? Waar kunnen we het allemaal voor gebruiken? En wanneer komt nou die grote doorbraak?

Waterstof: we hebben er allemaal wel eens van gehoord. Het is een chemische stof en je kunt er auto’s op laten rijden, maar hoe ziet een toekomst met waterstof er nou echt uit? En hoe ver zijn we nog verwijderd van een doorbraak?

Ad van Wijk – Hoogleraar Future Energy Systems bij de TU Delft- is te gast. Hij meent dat we, voor we naar mobiliteit gaan kijken, eerst eens aan de slag moeten met de mogelijkheden van waterstof in de chemie- en energiesector. Zo zouden we bijvoorbeeld vrij simpel oude gasleidingen kunnen gebruiken voor waterstof.

Ook Robert Dencher van het H2Platform sluit aan. Hij vertelt meer over waterstof en mobiliteit. Wat is de rol van het bedrijfsleven en de overheid hierin? Wat moet er nog gebeuren om – net als bij elektrisch rijden – tot een doorbraak te komen?

Beluister de uitzending.

‘Noorden mikt op waterstof’ (Dagblad van het Noorden)

‘Noorden mikt op waterstof’ (Dagblad van het Noorden)

Een noordelijk waterstofplan dat tot 2030 tussen de 18 en 25 miljard aan investeringen vraagt. ‘Oude’ energiebedrijven hebben weer perspectief, en Noord-Nederland poogt meteen voorloper te worden met een energievorm die ook de toekomst heeft.

Noord-Nederland maakt een grote kans zich te ontwikkelen toteen sterke groene waterstofeconomie. Het is de overtuiging van hoogleraar toekomstige energiesystemen Ad van Wijk van de Technische Universiteit Delft, die als lid van de Noordelijke InnovationBoard (NIB) onderzoekt hoe een groene energiesector in dedrie noordelijke provincies kan worden aangejaagd. In zijn plan zijn hoofdrollen weggelegd voor drie bekende bedrijven in Noord-Nederland. Waar Shell (als aandeelhouder van de NAM), Gasunie en GasTerra nu tekenen voor de productie, distributie en handel in aardgas, spelen ze mogelijk straks dezelfde rol in de waterstofeconomie. Van Wijk: “De kennis die deze bedrijven hebben van aardgas is bijna 1 op 1 te gebruiken voor waterstof.” Dat de NIB Van Wijk heeft gevraagd zich te buigen over de vergroening en versterking van de noordelijke energiesector, is niet toevallig. Behalve een gerenommeerd wetenschapper is Van Wijk ondernemer. In 1984 was hij oprichter van het invloedrijke consultancybureau voor duurzame energie Ecofys. Dat groeide uit tot Econcern, dat zich onder leiding van Van Wijk razendsnel ontwikkelde tot een groene energiereus tot het in 2009 failliet ging. Het tekende ondermeer voor grote zonneparken in Spanje, het windpark Prinses Amalia in de Noordzee bij IJmuiden, de biomethanolfabriek BioMCN en de biomassa-energiecentrale Golden Raand, beide in Delfzijl. Als ervaringsdeskundige voorspelt hij wat een van de grootste problemen wordt bij de uitvoering van het plan: de vergunningen. Want regelgeving voor de productie, distributie en gebruik van waterstof is er nog niet. Van Wijk:”Dat gaat langs een normale weg te lang duren: zeker twaalf jaar. Dus daar moet iets op bedacht worden.”

20170116 het-waterstof-plan-in-noord-nederland
Sluiting Aldel

Het verhaal begint bij het chemiecluster in Delfzijl. Na de sluiting van aluminiumsmelterij Aldel eind 2013, stelde een commissie onder voorzitterschap van oud-Shell topman Rein Willems vast dat alle zeilen moeten worden bijgezet om de werkgelegenheid – 2250 banen direct, 3400 indirect – rond het chemiepark in de Eemsdelta te behouden. Door hoge kosten voor energie en grondstoffen kan de industrie daar nog maar moeilijk concurreren met het buitenland. Dat chemiecluster moet als eerste profiteren van zijn plan, zegt Van Wijk. De Eemsdelta moet de springplank worden voor de waterstofeconomie. Daartoe moet het cluster goed gebruik maken van de elektriciteit die in de Eemshaven beschikbaar is en komt. Behalve dat in de Eemshaven drie (met fossiele brandstoffen) gestookte energiecentrales staan, komt er via kabels een enorm vermogen aan groene stroom binnen. Van het noordelijk van Schiermonnikoog gelegen Nederlandse windpark Gemini, via de NorNed uit Noorwegen en vanaf 2019 via de Cobra uit Denemarken. Van Wijk verwacht dat er op niet al te lange termijn vanaf nieuwe Nederlandse en Duitse windparken nog veel meer elektriciteit naar de Eemshaven–en mogelijk naar Harlingen–zal worden getransporteerd. Als al die stroom Europa in moet worden getransporteerd, moet er volgens de hoogleraar fors worden geïnvesteerd in het hoogspanningsnetwerk. “De verbinding vanuit hetNoorden naar de rest van Nederland heeft straks een capaciteit van zo’n 5000 à 6000 megawatt”, zegt hij. Van Wijk verwacht dat er in de nabije toekomst in de Eemshaven minstens 4000 megawatt meer wordt aangevoerd. Vergroting van de transportcapaciteit vergt een investering van vele honderden miljoenen, misschien wel miljarden, veronderstelt Van Wijk.

Groot en veelomvattend
Het waterstofplan is zo groot en veelomvattend, dat de indruk kan ontstaan dat de doelen onbereikbaar zijn. Hoogleraar Ad van Wijk: ,,Dat zou inderdaad kunnen, maar het moet nu eenmaal geïntegreerd gebeuren.’’ De productie van waterstof via elektrolyse heeft schaalgrootte nodig om tot een lage kostprijs voor waterstof te komen, zo betoogt Van Wijk. Kleine initiatieven om mee te beginnen, zullen in eerste instantie niet leiden tot lage prijzen voor waterstof. En daarnaast moeten ontwikkelingen gelijktijdig worden ingezet, je kunt immers geen waterstof gaan produceren als je het niet bij de klanten kunt krijgen, dus is er ook een waterstofpijplijn nodig. Van Wijk: ,,In de eerste fase richten we ons dan ook op de industrie, die grote hoeveelheden waterstof kunnen afnemen, maar dan moet de groenewaterstofprijs wel kunnen concurreren met de fossiele waterstofprijs. Grote afnemers maken je bovendien competitief.’’ Denisa Kasova, directeur van de Noordelijke Innovation Board,vult aan: ,,Het zorgt ook voor nieuwe banen en nieuwe bedrijven.’’ Het is ook een integraal plan, hetgeen wil zeggen dat alles met elkaar heeft te maken. Wie de NoordNederlandse kaart bekijkt bij dit verhaal ziet dat in een tweede fase treinen, bussen en ook personenauto’s op waterstof rijden, maar dat meteen ook de noodzakelijke waterstof tankstations worden ingevuld. Er is een tijdpad tot 2030 uitgezet, waarin stap voor stap de ontwikkeling wordt geschetst.

20170116 -koning-willen-alexander-krijgt-rondleiding-over-waterstofauto
Balans

De energiehoogleraar stelt dat het veel goedkoper is destroom te gebruiken voor de aanmaak van waterstof, omdat de geproduceerde waterstof dan kan worden opgeslagen en getransporteerd via bestaande aardgasleidingen.Waterstof kan worden gemaakt via elektrolyse, waarbij water wordt gescheiden in zuurstof en waterstof. Via dit proces – power to gas –kan elektriciteit ook worden opgeslagen voor momenten dat turbines bij harde wind meer stroom produceren dan op dat moment nodig is. Datis lucratief, omdat die teveel geproduceerde stroom vaak goedkoop is en goed kan worden opgeslagen als waterstof, die later weer kan worden omgezet in elektriciteit. De opslagmogelijkheid lost bovendien een praktisch probleem op. Het maakt een goede afstemming van vraag en aanbod op het elektriciteitsnet mogelijk. Daardoor ontstaat de balans die nodig is om stroomstoringen te voorkomen. Elektrolyse is maar een van de methodes om groene waterstof te maken. De andere manier is het vergassen van biomassa, dat in het Noorden aanwezig is, maar ook zal moeten worden aangevoerd over zee. Beide productiemethodes zijn meer dan toekomstmuziek. Het bedrijf Torgass, dat een proefinstallatie in Groningen heeft staan, bereidt de bouw van een fabriek in Delfzijl voor waar een syngas uit biomassa wordt gemaakt. Dit syngas bevat een grote hoeveelheid waterstof.

 

20170116 -rijden-op-waterstofWaterstof als brandstof
Voor waterstofauto’s wordt wereldwijd een grote toekomst voorzien. Ze hebben slechts waterdamp als uitstoot. Deze auto’s zijn nog een zeldzaamheid. In Nederland rijden er zo’n twintig. Oorzaken: waterstofauto’s zijn erg duur en er is nauwelijks gelegenheid de brandstof te tanken. Een van de Nederlandse waterstofauto’s is eigendom van gashandel Holthausen in Hoogezand, dat experimenteert met deze schone brandstof. Het bedrijf bouwde onder meer een personenbusje en een rondvaartboot om voor waterstof. Het bedrijf wil ook een aantal tankstations met ‘groene’ brandstoffen gaan exploiteren, waarvan er op zijn minst één ook een waterstof vulpunt krijgt. Een waterstofauto lijkt in veel opzichten op een elektrische auto. De motor wordt echter niet aangedreven door elektriciteit uit een accu. Hij krijgt stroom doordat een brandstofcel de waterstof met zuurstof verbindt tot water (de verbranding). Daarbij ontstaat elektriciteit (omgekeerde elektrolyse). In Noord-Nederland zijn meer initiatieven om waterstof als brandstof te stimuleren. Zo komt in Delfzijl een waterstoftankstation en gaan in eerste instantie twee bussen op het waterstof rijden dat vrijkomt bij de chloorproductie van AKZO. Het Amerikaanse onderzoekbureau Bloomberg New Energy Finance voorspelde enige tijd geleden dat er volgend jaar in de VS, Japan, Europa en Zuid-Korea gezamenlijk zo’n 7500 auto’s op waterstof rijden.

20170116 -denisa-kasova-en-ad-van-wijk
Transport

Waterstof is niet alleen makkelijk op te slaan in tanks of bestaande ondergrondse gasopslagen. Het gas kan ook makkelijk worden getransporteerd. In de visie van Van Wijk kunnen daarvoor aardgaspijpleidingen worden gebruikt naar de chemische industrieën in Rotterdam, Bremen en Hamburg. “De aardgasverbindingen van Gasunie die vanuit Groningen naar Duitsland, het westen en het zuiden van ons landl open, bestaat uit een aantal leidingen. We gaan steeds minder aardgas maken, dus moet het mogelijk zijn een van deze pijpleidingen voor het transport van waterstof te benutten.” Maar het Groningse waterstof kan ook overzee worden vervoerd. De speciale schepen daarvoor kunnen afmeren in de Eemshaven. De productie van waterstof biedt de noordelijke provincies de mogelijkheid een modelregio te worden voor ‘schoon’ vervoer. Bij de verbranding van waterstof komt alleen water(damp) vrij, van de energie die deze
reactie oplevert wordt in een brandstofcel elektriciteit gemaakt. De regionale treinen zijn nu dieseltreinen, die zou je kunnen vervangen door brandstofceltreinen die met waterstof worden gevoed. Bij de nieuwe concessieverlening zouden provincies kunnen eisen dat deze regionale treinen op waterstof gaan rijden. Van Wijk suggereert ook om zwaardere voertuigen en boten, (bussen, vuilniswagens, trucks, veerboten) op termijn te laten overschakelen op waterstof. De hoogleraar realiseert zich dat het plan ambitieus is. Van Wijk:”Het is een veelomvattend plan. Het is niet alleen een kwestie van fabrieken bouwen, maar ook van marktontwikkeling, infrastructuur, regelgeving, innovatie, onderzoek en onderwijs. De kennis over waterstof moet in het onderwijsaanbod op alle niveaus terugkomen. Maar als je niets doet, gebeurt er ook niets. En de mogelijkheden zijn er.”

NIB is in projecten de ondernemer

De Noordelijke Innovatie Board (NIB) moet Noord-Nederland innovatiever en ondernemender maken. Het komt er op neer dat zwaarder ingezet wordt op vooral de uitvoering van noordelijke projecten van economische waarde. NIB-directeur Denisa Kasova: “We hebben vijf opgaves vanuit de vraag: wat zijn de meest kansrijke ontwikkelingen waarop we kunnen inhaken? Dat hoeven niet altijd nieuwe projecten te zijn, we kijken ook naar beschikbaarheid.’’ De noordelijke waterstofeconomie is een van de eerste opgaves die de NIB ter hand neemt. Vanuit de energietransitie die gaande is ,is het volgens Kasova een logisch project. Kasova: “We hebben de beschikking over Ad van Wijk, die zowel professor als ondernemer is. Dat is een weinig voorkomende combinatie. Van Wijk is bovendien een internationaal erkend expert.’’ Kasova en Van Wijk voerden van april tot de zomer talloze gesprekken met partijen die een rol kunnen spelen, zowel uit de regio als daarbuiten. Het waren steeds een-op-een gesprekken waarin commitment werd gezocht: zien jullie het zitten en pakken jullie het ook op? Kasova: “We hebben uitsluitend positieve reacties gekregen.” Op een grote bijeenkomst werd vervolgens het idee gepresenteerd en partijen gevraagd daaraan op korte termijn gezamenlijk verdere invulling te geven. De partijen werden pas een week vantevoren ingelicht, vertelt de NIB-directeur, om hun agenda schoon te vegen. Kasova: “Iedereen was er. Daaruit blijkt wel hun commitment. Een belangrijk signaal. Want we hebben elkaar nodig, iedereen is onderdeel van de uitvoering.’’ Kasova benadrukt dat de noordelijke waterstofecenomie geen NIB-project is. “Het is van iedereen en steeds stellen we elkaar de vraag: is dit de ontwikkeling waarmee we met z’n allen vooruit kunnen? De volgende stap is namelijk altijd het meest relevant.” De komende maanden moeten drie hoofdzaken worden uitgewerkt: hoe wordt het gefinancierd, hoe wordt het georganiseerd en wat is de impact (economische groei en werkgelegenheid). Dat levert het business plan op en indien dan voldoende partijen mee willen doen wordt begonnen met de uitvoering.

Drones op waterstof
  • er wordt onderzocht om drones te laten vliegen op waterstof. Van Wijk: ,,Eelde zou een luchthaven kunnen zijn waarvandaan drones het verste kunnen vliegen. Dat is een kans als je over pakketbezorging praat.’’ Het kan een unieke kans zijn voor de dronesontwikkeling in het Noorden;
  • met de datacenters in Noord-Nederland is groene waterstof van groot belang. Partijen als Tesla en en Facebook en Google willen alleen maar groene energie;
  • van de energie die Nederland verbruikt wordt 5 à 10 procent gebruikt voor de productie van waterstof, die wordt gebruikt als grondstof voor methanol en ammoniak en voor de verwerking van aardolie in raffinaderijen;
  • bij bestaande innovatiecentra in het Noorden, Wetsus in Leeuwarden, API in Emmen en Entrance in Groningen, kunnen nieuwe onderzoeks-, innovatie- en start-upactiviteiten rond waterstof worden ontwikkeld;
  • waterstof en aardgas zijn op sommige vlakken min of meer vergelijkbare gassen. Bestaande pijpleidingen voor aardgas kunnen worden ingezet voor waterstof;
  • bestaande bedrijven en organisaties die zich met aardgas bezighouden kunnen veel van hun installaties en mensen blijven inzetten als het gas wordt vervangen door waterstof. Bestaande industrie krijgt een nieuwe toekomst.

Dit artikel verscheen eerder in het Dagblad van het Noorden. Bekijk hieronder de PDF’s.

Pagina 1
pagina 2