Falen in de polder: de waterkrachtcentrale bij Hagestein (Dutch only)

Een bijzonder stukje falen, en exemplarisch voor de manier waarop in Nederland met duurzame energie wordt omgegaan, is de waterkrachtcentrale in de stuw bij Hagestein. Een minimale investering wordt nagelaten, waardoor de opwekking van een van de meest duurzame, schone en betrouwbare vormen van elektriciteitsopwekking stil staat.

Zie het filmpje van New Eenrgy TV: http://www.new-energy.tv/overig/ad_van_wijk_over_falen_waterkracht_hagestein.html

LED Revolutie (Dutch only)

Deze column is origineel verschenen in EnergieActueel.

We gebruiken licht om iets te kunnen zien, maar ook om sfeer te creëren, om planten sneller te laten groeien of om ons goed te voelen. Licht is een essentieel onderdeel van ons systeem geworden. Dit licht willen we niet alleen overdag direct van de zon, maar ook ’s avonds. Verlichting kost ons dus energie. Momenteel wordt wereldwijd 20% van ons elektriciteitsgebruik besteedt aan verlichting.

Maar wat is de efficiency van het maken van licht? Met een gloeilamp wordt minder dan 5%, meestal tussen de 2 en 3% van de elektriciteit omgezet in licht. De rest van de energie is warmte en dat voelen we. Probeer maar eens een gloeilamp vast te pakken. Toch waren we erg blij met de uitvinding van de gloeilamp door Edison zo rond 1880, want dat gehannes met vuurtjes en kaarsen om iets te kunnen zien was helemaal niet comfortabel en gevaarlijk. In veel ontwikkelingslanden worden nog steeds lampen gebruikt met kerosine of olie als brandstof. Erg gevaarlijk en milieuonvriendelijk. Ruim 6 miljoen mensen per jaar lopen ernstige brandwonden op door deze kerosinelampen.

LED-revolutie-energie-actueel-ad-van-wijk

De technologie om licht te maken is dus erg inefficiënt. Daarom werken we aan meer efficiënte verlichting, in eerste instantie de spaarlampen, maar tegenwoordig vooral LED-verlichting. En LED-verlichting is inderdaad een factor 3 tot 5 efficiënter dan onze gloeilamp en met een levensduur die ook nog tientallen factoren beter is. Maar de technologie is nog niet eens de meest verspillende factor in een verlichtingssysteem. Verlichting staat aan terwijl het helemaal niet nodig is, bijvoorbeeld overdag, terwijl het buiten licht genoeg is of ’s nachts wanneer er niemand is. Ook dit hebben we inmiddels wel door en met aanwezigheid detectoren en licht detectoren kunnen we onze lampen schakelen, zodat ze niet onnodig aan staan.

Oke, nu hebben we toch wel alle verspilling te pakken, denkt u. Maar nee, er is nog een belangrijke factor die voor enorm veel verspilling zorgt, de afstand tussen waar licht geproduceerd wordt en waar het ‘geconsumeerd’ wordt. We produceren veelal het licht ergens boven aan het plafond, bovenin een lantaarnpaal of ergens ver weg aan de muur. En we ‘consumeren’ het licht tussen onze ogen en bijvoorbeeld de tafel. De afstand tussen productie en ‘consumptie’ is een grote energieverspiller.

Dat was ook wel logisch met de gloeilamp, een erg grote puntbron, zeer kwetsbaar en waaraan je je verbrandt als je te dichtbij komt. Maar LED’s hebben dit probleem niet, het zijn eigenlijk heel kleine bronnetjes, met een lange levensduur, die makkelijk overal in te integreren zijn en te besturen. Je kunt dus verlichtingssystemen maken die veel dichter bij de ‘consumptie’ licht produceren. Bijvoorbeeld door LED’s te integreren in onze bureaus, stoelen, kasten, computers, printers, bloempotten, et cetera. Of we kunnen LED’s in strippen op de vloer, de muur of vensterbank plakken. Dan produceren we licht veel dichter bij onze ogen en besparen nog meer energie. We kunnen LED’s ook draadloos schakelen. Het betekent dat het verlichtingssysteem geen vast onderdeel meer van een gebouw hoeft te zijn. En ook hebben we buiten geen grote lelijke lantaarnpalen meer nodig; we integreren de LED’s in de vangrail, het wegdek, de geluidswal, enzovoorts.

Op deze wijze kun je factoren besparen op het energiegebruik voor verlichting. Maar er is meer, LED kan vele andere functies vervullen. Het kan bij brand de uitgang wijzen, het kan signaleren en het is eigenlijk je computerscherm of televisie. Zo brengt een elektronicafabrikant nu al de ‘smart window’ op de markt. Een raam geïntegreerd met OLED, organische LED, kan tegelijkertijd blindering zijn, zonwering, verlichting en computer/tv- scherm. Geen verlichting, geen zonwering, geen gordijnen, geen beamer en geen tv-scherm meer nodig, het zit allemaal in je raam!

Er is meer: LED is intelligent, het kan informatie versturen, dus te gebruiken als communicatienetwerk en het kan onder andere aanwezigheid of rook detecteren. Dus we kunnen met LED’s mensen door een gebouw of ruimte leiden, we kunnen via LED en augmented reality hele mooie toeristische, shopping of reality tours in een stad uitzetten.

En er is nog meer, we kunnen over een tijdje zelfs LED verlichting printen op elk gewenst object. Met onze 3D LED- printers maken we dan producten die zichzelf verlichten en waarmee we
factoren op ons elektriciteitsverbruik kunnen besparen.
Deze LED-revolutie komt eraan.

‘Systeemefficiency is belangrijker dan energie-efficiency’ (Dutch only)

Onderstaand artikel is recent in een special van Technisch Weekblad over duurzaamheid verschenen.

Prof.dr. Ad van Wijk (56) is ondernemer, adviseur en buitengewoon hoogleraar future energy systems aan de Technische Universiteit Delft. De voormalige ceo van duurzame projectontwikkelaar Econcern heeft verrassende ideeën over energiebesparing. ‘De ergste verspilling is dat je 1.000 kg staal verplaatst, terwijl je eigenlijk 100 kg mens wilt verplaatsen.’
Door: Mark van Baal

Waar houdt u zich in Delft mee bezig?
‘In Delft begeleid ik afstudeeronderzoek van studenten die een Master Sustainable Energy Technology (SET) doen en probeer ik een Green Village van de grond te krijgen. In deze Green Village willen we in tijdelijke kantoren drie nieuwe energietechnologieën ontwikkelen en uitproberen. De eerste is ledverlichting. Ledlampen zijn uiteraard veel efficiënter dan gloeilampen, maar de grootste verspilling zit niet in de lamp, maar tussen de lichtbron de plek waar het licht nodig is, bijvoorbeeld onze ogen. Een lamp die hoog in een lantaarnpaal of hoog tegen een plafond zit verspilt heel veel licht. We moeten een ledlamp daarom niet alleen als vervanger van een gloeilamp beschouwen, maar kijken hoe we ons licht­ systeem kunnen veranderen.’

ad-van-wijk-tudelftZou u voorbeelden kunnen noemen?
‘We zijn nu met studenten Industrieel Ontwer­ pen bezig om te kijken hoe we ledlampen kun­ nen integreren in meubels. In tuinbouwkassen hoeven we geen lampen meer bovenin de kas te hangen om planten sneller te laten groeien, maar kunnen we een streng van ledlampen, die het juiste lichtspectrum uitstralen, tussen de planten plaatsen. Dan bespaar je geen factor vier maar een factor tien aan energie. We moe­ ten ons altijd afvragen waar de grootste ener­ gieverliezen zitten. Die zitten niet in de techno­ logie, maar in het systeem. We verspillen 98 % van onze energie.’

Hoe komt u aan 98 %?
‘In de literatuur spreken onderzoekers van 10 %, omdat ze naar de efficiency van de technologie kijken, maar als je alle processen beschouwt, dan gaat 98 % verloren. Een voorbeeld dat ik in mijn intreerede heb gegeven, is het koken van een ei. Je kunt zeggen dat de efficiency van een gasfornuis 50 % is. Een van de groot­ste verliesfactoren is echter het kokende water, dat je door de gootsteen gooit. Er is maar een klein beetje energie in het eitje gaan zitten. Je kunt de kookplaat wel efficiënter maken, maar je moet eigenlijk van dat water af. Dat kan bijvoorbeeld in een magnetron. Door een strakke verpakking te gebruiken knapt het ei niet.’

Zo wilt u naar alle processen kijken?
‘Ja, dan zie je meteen hoe je die processen anders moet vormgeven. Niet alleen de ver­ brandingsmotor – ik noem het een rijdende kachel – is een inefficiënt apparaat met 15 tot 20 % rendement. De beweging moet bovendien worden overgebracht op de wielen waardoor je op 3, misschien 5 % komt. Maar het ergste is dat je 1.000 kg staal verplaatst, terwijl je eigen­ lijk 100 kg mens wilt verplaatsen. Dat is opnieuw een factor tien verlies, waardoor je op minder dan 1 % uitkomt. Als je naar al die pro­ cessen kijkt, dan is het niet meer dan 1 of 2 % efficiency.’

Wat wilt u nog meer ontwikkelen en testen in de Green Village?
‘We willen graag overschakelen op gelijk­ stroom, waarschijnlijk 380 V. Bij lagere volta­ ges zijn de verliezen in de kabels groter. Het zou logisch zijn: bijna alle duurzame bronnen produceren gelijkstroom en veel apparaten werken op gelijkstroom. Op andere plekken zie je die beweging naar gelijkstroom ook. Hoog­ spanningskabels over lange afstanden, bijvoor­ beeld tussen Nederland en Noorwegen en tus­ sen windparken op zee en het vaste land, werken al met gelijkstroom. Omdat het minder verliezen geeft. Grote datacentra werken ook al met gelijkstroom, omdat de apparatuur dan goedkoper is, minder elektriciteit gebruikt en minder ruimte inneemt. Bovendien levert het een enorme besparing in koper voor alle spoe­len in transformators.’

Wat is de derde technologie die u in de Green Village wilt ontwikkelen en testen?
‘De auto als elektriciteitscentrale. In mijn visie vervangen auto’s op brandstofcellen de grote elektriciteitscentrales. Als deze auto’s stil staan, kunnen de brandstofcellen waterstof omzetten in elektriciteit en aan het Nederlandse elektri­ citeitsnet leveren. Dat kan kleinschalig in par­ keergarages. In eerste instantie komt die waterstof uit steam reforming van aardgas. Aardgas is in mijn visie de transitiebrandstof. In de toekomst maken we waterstof door mid­ del van elektrolyse met duurzame elektriciteit. In de Green Village moet een waterstof tank­ station en een carpark power plant, een par­keergarage als elektriciteitscentrale, komen. We kunnen zo heel snel overschakelen op duurzame energie. In één jaar komen er in Nederland 500.000 nieuwe auto’s op de weg met ieder een motorvermogen van 100 kW. Dat is 50 GW, twee keer het opgestelde vermogen van alle elektriciteitscentrales in Nederland.’

Wanneer denkt u de Green Village te kunnen realiseren?
‘De universiteit neemt begin maart een formele beslissing en dan kunnen we dit jaar gaan bou­ wen. De kosten van de eerste fase zijn vier tot vijf miljoen euro. De TU draagt aanzienlijk bij en vijftig tot honderd bedrijven doen mee, onder andere door apparatuur te leveren. Daarna gaan we de Green Village rendabel exploiteren.’

Uw bedrijf Econcern ging in 2009 failliet. Denkt u wel eens: we zijn te hard gegroeid?
‘Nooit. Dat is een typisch Nederlandse vraag. In Duitsland groeien veel bedrijven veel sneller. In 2008 gebeurden er twee dingen, die bijna niemand had zien aankomen. Banken, die het toch al moeilijk vinden om nieuwe techno­logie te financieren, vielen om, waardoor onze financieringen weg vielen. Ten tweede zakte de prijs van olie, het alternatief voor duurzame energie, van 146 dollar per vat in augustus 2008 naar net boven de 30 dollar per vat in januari 2009. Die twee tegenslagen heb ik niet zien aankomen, maar dat heeft niemand. We hadden net een paar honderd miljoen opge­haald. Mensen stonden in de rij om ons te financieren.’

Wat zou u duurzame ondernemers adviseren?
‘Kijk internationaal. Je overleeft nooit als je alleen in Nederland actief bent. Zorg bovendien dat je niet alleen met gelijkgestemde technici praat, maar haal er economen en marketeers bij. Technici blijven vaak te lang in de ontwikkeling hangen. Ga zo snel mogelijk met je ideeën naar de markt. Daar leer je het meest van.’

Welke rol zou de overheid kunnen spelen?
‘De overheid zou vooral de wet­ en regelgeving moeten aanpassen. Het is toch absurd dat iemand die duurzame elektriciteit produceert, bijvoorbeeld in een coöperatie met een wind­ molen, dat moet verkopen aan elektriciteits­ bedrijven en dan weer moet terugkopen met energiebelasting. Die elektriciteit is toch van hen? Als je een koe hebt, mag je de melk toch ook zelf opdrinken en hoef je die niet verplicht aan de Melkunie te verkopen? De overheid zou daarom de elektriciteitswet moeten verande­ren. Daarnaast zou de vergunningverlening en het wijzigen van een bestemmingsplan veel sneller moeten gaan. Nu ben je zo vijf jaar verder.’

Hoe snel kan de transitie van een fossiele naar een duurzame energiehuishouding volgens u gaan?
‘16 % in 2020, waarin Nederland zich aan de Europese Unie heeft verplicht, is in ieder geval technisch haalbaar. Kijk naar Duitsland. Daar schakelen ze hun kerncentrales uit. Dat bete­kent dat ze in tien jaar tijd net zo veel duur­zame capaciteit moeten bouwen als er in Nederland aan fossiele capaciteit staat (een jaarproductiecapaciteit van ruim 100 TWh, red.). Met het juiste beleid kunnen we in twin­tig à dertig jaar heel ver zijn.’

Download ook de PDF behorende bij dit artikel
.

MBA assignment: “Analysis of individual aspects of leadership”

The following is from Marios Papalexandrou, a renewable energy advisor at Mott MacDonald Ltd. More specifically, he is currently engaged in an MBA, and sent me the following analysis as part of an MBA course on leadership.
Obviously, I’m honored!

Individual assignment:  “Analysis of individual aspects of leadership”

Selecting a leader for the first assignment was a hard but very enjoyable process. In my selection I have considered sports leaders that achieved great victories and politicians that have transformed their nation’s destiny. The first ones were excluded from my selection due to the fact that although their achievements where great; in my eyes they served a short term satisfaction of what a team can achieve. The politicians that interested me most were mainly historic Greek figures not alive and it was not easy to find articles about them in English. Thus, I decided to focus on somebody familiar and inspirational for me. His name is Ad Van Wijk and he was the CEO of my former company.

Ad Van Wijk was born in 1956 in the Netherlands and is considered an influential and entrepreneurial figure when it comes to renewable energy and sustainability as mentioned in his biography[1]. He studied physics at the University of Utrecht and holds a PhD in Wind Energy and Electricity Production from the same University. Fascinated by the massive potential of renewable energy, he founded, together with fellow university graduates, the company Ecofys in 1984. Van Wijk and his colleagues began to design solutions across the entire spectrum of sustainable energy systems. As mentioned in Ecofys website[2], a paradigm shift in energy thinking had begun.

Since then Ecofys has grown substantially and remains after 28 years at the forefront of renewable energy and climate policy as a reputable consultancy. Real growth for the company came during the 90s when environmental and climate change issues got considerable attention in the European and global political agenda.  In 2000 a new company named Econcern was branched off from Ecofys, with Van Wijk as CEO.

Econcern was the holding company of Ecofys, Ecostream, Evelop, OneCarbon and Ecoventures. These companies were involved in almost all aspects of renewable energy and sustainable solutions: from consultancy and knowledge expertise to design and delivery of innovative products, construction of photovoltaic plants, project development of renewable energy projects and carbon trading.

Prinses_Amalia_windmolenpark-bigVan Wijk was the mind behind Econcern’s mission: “A sustainable energy supply for everyone”. Though it is stated as a company’s mission, it was Van Wijk’s vision to supply sustainable energy for everyone. This simply means that all energy needs can be covered by renewable energy sources and no more fossil fuels are needed to cover our energy needs. This is a clearly visionary approach towards energy business. As covered under Dubrin[3], Chapter 3, p.86, Ad can be considered charismatic and transformational. He created and communicated a vision and conveyed a set of values that guide and motivate employees. The set of values can be summarized as creating an energy system that covers the needs of present generations without jeopardizing the ability of futures generations to meet their own needs- in other words, a creation of a better quality of life for everyone for the present and for future generations with respect to the environment. Econcern’s employees embraced this vision as personal mission to work for a common goal and for a good cause. Ad can be also clearly considered as a visionary (Dubrin, Chapter 3, p.75). By communicating Econcern’s mission (vision) he created influential and inspirational spirit within his employees combining three elements: a reason for being beyond making money, timeless, unchanging core values, and ambitious but achievable goals.

Ad always liked giving examples to make people think different. Characteristic example is his story about how to boil an egg that he currently teaches as Professor at the Technical University of Delft[4].  In order to boil an egg you need a sauce pan, water, egg and a cooker. Most of the energy goes to boil the water and only a small fraction of the energy goes to the egg. The hot water is wasted and the total efficiency is about 2%. According to Van Wijk[5] there is no energy crisis; there is no shortage of energy. Just a lack of efficiency that has to be improved. Thus, he also performed management by inspiration and story telling (Dubrin, Chapter 3, p. 78). He was also relationship oriented. He was very approachable and created inspiration and visibility with employees that made his colleagues feel like having a family atmosphere within his company and with his vision he promoted principles and values as stated earlier that were shared throughout the company (Dubrin, Chapter 4, p.107).

Ad is also farsighted and with conceptual thinking (Dubrin, Chapter 2, p.56). Ad’s vision and corporate strategy was to develop new sustainable energy solutions that would give his firm a long-range competitive advantage. Ad’s vision was materialized by bringing onboard highly qualified and enthusiastic employees willing to work on and contribute in a company that wanted to change the energy world for better. Research and development played an important role in the company’s mission and industrial designers were hired to research and design new sustainable energy solutions. Ad has a drive and achievement motive (Dubrin, Chapter 2, p50) given that his company’s drive was focused on expanding the sustainable energy services provided and creating and commercializing new solutions.

Amongst all, Ad can be characterized as an entrepreneurial leader (Dubrin, Chapter 4, p117). His business was clearly innovative, combining enthusiasm and creativity, visionary perspective and eye on the future. This can be seen in his statement of 2005[6]: “Three cornerstones provide the basis of the Econcern strategy: 1) being the sustainable energy solution provider, 2) being innovative and market driven, and 3) being a European player”. He also mentions: “I’m proud of the fact that we keep generating ideas and concepts and turning them into concrete and tangible products and projects that contribute to a sustainable energy supply.”

Examples of Econcern’s projects and products include the 120 MW offshore wind farm Princess Amalia in the Netherlands. It was the furthest and deepest water offshore wind farm at the time it was constructed and the first one to be financed by bank loans. I have been involved in the project and I was happy to see it generating free renewable energy from the plane few hours ago when travelling to Amsterdam. Econcern was also involved in construction of plenty multi-MW photovoltaic plants in Spain, a bio-methanol plant which is the largest second generation biomass plant in the world, Sea Water Air Conditioning systems in the Caribbean, the Closed Greenhouse (for better and more controlled plant production), Darwind (a dedicated offshore wind turbine) the Energy Mirror (visualizing energy consumption in buildings) and Quicc (an electric van).

According to Recharge news[7], between 2002 and 2007, Econcern’s staff had grown six-fold to 1,200, spread across more than 20 countries and four continents putting it in between the fastest growing companies in Europe. It had also reported ultra-high gains in revenue in the same five-year period, from €15m ($22.5m) to €443m. The company was within the 500 fastest growing companies in Europe and an amazing place to work for. His vision started taking shape.

Ad van Wijk achieved many important prizes for outstanding entrepreneurship. Amongst others he was entrepreneur of the year in 2007 and in 2008 he was top-executive of the year in the Netherlands. Also, in 2007 he received the 2007 Amsterdam Private Equity Club Award.  The jury explains their choice[8]: “The decision to award Mr. Van Wijk with the APEURC Award for Private Equity was unanimous. We praise Ad van Wijk for setting a good example: from scientist to entrepreneur, from entrepreneur to inspirator. Starting with Ecofys in 1984, Econcern is grown to a stature multinational. The success of Dutch private investing is, like our economy, dependent on knowledge and openness. The large number of projects Econcern realizes throughout the world are an example to Van Wijk’s knowledge based entrepreneurship.”

But in 2009 the financial crisis hit Econcern that was overexposed in the market due to its aggressive policy in developing new projects and new products. Econcern ran out of cash and went bankrupt in 2009 after insolvency and after high pressures Van Wijk resigned. Econcern was not saved, but Ecofys and most of the above mentioned projects and products have survived and they contribute to a sustainable energy future. Van Wijk continues working as sustainable energy entrepreneur and advisor and keeps being constantly optimistic about his personal vision that has been summarized in a book he has published.[9]  Econcern may not exist anymore but Van Wijk’s entrepreneurial, charismatic, visionary and inspirational leadership still survives in many sustainable energy solutions.

‘Bestuurlijk onvermogen ten top; totale lethargie bij Rijkswaterstaat rondom waterkrachtcentrale Hagestein’ (Dutch only)

Een van de projecten waar ik (inmiddels, helaas) al jaren aan werk, is het weer draaiende krijgen van de waterkrachtcentrale in de Lek bij Hagestein. In onderstaand artikel wordt aardig weergeven waarom dit maar niet van de grond wil komen.

23 januari 2013 – Er zit nog steeds geen enkel schot in plannen om de waterkrachtcentrale bij Hagestein in de Lek nieuw leven in te blazen. Dit tot grote frustratie van Ad van Wijk, die daar een kant en klaar plan voor op de plank heeft liggen. Ook de Tweede Kamer begrijpt niets van de onwil van Rijkswaterstaat om hiermee aan de slag te gaan. SP Kamerlid Jansen heeft weer vragen gesteld aan de minister over de lethargie van de uitvoeringsdienst.


Redder in nood
De waterkrachtcentrale ligt nu al weer acht jaar stil, nadat de vorige eigenaar Nuon besloot dat die aan het einde van zijn levensduur was. Nuon had zelf plannen opgesteld voor renovatie van de centrale, maar het bedrijf liet die versloffen. Vervolgens ontwikkelde iemand bij RWS zelf een plan. Maar zijn superieuren floten hem terug. De dienst peilde de interesse bij energiebedrijven. Duurzaam ondernemer Ad van Wijk hoorde ervan en stelde voor om de renovatie ter hand te pakken.

Investering
De stroom zou dan afgenomen kunnen worden door het lokale duurzame energiebedrijf Adem Houten, wat zojuist was opgericht. Houten ligt aan de andere kant van de Lek, tegenover Hagestein. Van Wijk denkt dat er twee tot drie miljoen euro in geïnvesteerd moet worden, zo zegt hij woensdag tegen Energieenwater.net. De betonnen constructie is nog goed, evenals waarschijnlijk de turbine. De tandwielkast, de bedrading en de generator moeten mogelijk wel vervangen worden.

Diepe rust
Maar Rijkswaterstaat reageerde vreemd. Het project zou worden aanbesteed, zo meldde de dienst in eerste instantie. De gemeenten Houten en Hagestein boden vervolgens aan om het exploitatierecht over te nemen, om verder tijdverlies te voorkomen. Maar toen besloot RWS ineens om het toch weer zelf te gaan doen. Diepe rust was wat volgde. Bijna de voltallige Tweede Kamer uitte vervolgens in september 2011 zijn ongenoegen over de gang van zaken door kritische vragen te stellen aan toenmalig staatssecretaris Atsma. Atsma kwam vervolgens met nietszeggende antwoorden. Er zouden onderzoeken gedaan moeten worden.

Vissen
Die zijn gedaan, zo zegt Ad van Wijk, maar hij heeft geen kennis kunnen nemen van de resultaten. Wel is er begin 2012 nog een bijeenkomst geweest. Twee redenen geeft RWS op voor de lethargie. Er zou een nieuwe vergunning moeten komen, vanwege mogelijke vissterfte. “Het is een wat oudere centrale dus de sterfte is wat hoger dan bij andere waterkrachtcentrales. Dit kan je echter ondervangen met de aanleg van visgeleidingssystemen”, zo zegt Van Wijk. Vissterfte is ineens een big issue. Het plan om in Borgharen een centrale aan te leggen sneuvelde na bezwaren over deze vissterfte, ingediend door sportvissers nota bene.

Evident
Het tweede punt is de waterhuishouding. De centrale zou gevolgen hebben voor de doorstroming. Dat de waterkrachtcentrale op de tweede plaats komt is echter voor iedereen evident, zo zegt Van Wijk. Bij hoog water moeten de sluizen open, dat snapt iedereen. Ook moet voorkomen worden dat er te weinig water achter de sluis komt te staan, maar ook dat is evident. De watertoevoer naar de centrale kan gereguleerd worden. De investering kost het Rijk helemaal geen geld. Van Wijk is bereid een gebruiksvergoeding te betalen.

Hemd
Maar er is geen doorkomen aan bij de asfalthoofden op het ministerie. Van Wijk: “Rijkswaterstaat heeft er geen zin in. Mensen binnen de afdeling duurzaamheid willen het nog wel, maar die hebben het niet voor het zeggen. Ik voel me in mijn hemd gezet. Het is één van de meest interessante vormen van duurzame energie. Je ruikt het niet, je hoort het niet, niemand heeft er last van. Vissterfte is een punt, daar moet je goed naar kijken. Dat doen we ook. Wat is hier aan de hand?”, zo vraagt Van Wijk zich verbolgen af.

Vragen
Van Wijk heeft gesproken met Kamerlid Paulus Jansen en die er weer vragen over heeft gesteld. Aan weer een nieuwe bewindspersoon, Schultz deze keer. Een mooie cynische ondertoon kan hem niet ontzegd worden: ‘Acht u de aanpak tot dusver een voorbeeld van een slagkrachtige overheid? Zo nee, wat gaat u doen om dit project zo snel mogelijk succesvol af te ronden?’ En: ‘Hoeveel is er inmiddels door Rijkswaterstaat uitgegeven aan onderzoeken, procesmanagement e.d. rond dit project? Acht u deze uitgaven in balans met de hoogte van de verwachte investering?’

De belangrijkste vraag:
Waarom duurt de besluitvorming over de reactivering zo tergend lang, waardoor nu al bijna acht jaar de mogelijkheid om 4 miljoen kWh/jaar duurzame stroom op te wekken onbenut blijft?’

bron en copyright: energieenwater.net

Presentation Green Village – arrival first containers

green-village-showcaseA big step in the development of the Green Village, the high-tech testing grounds at the Delft University of technology. The first two containers have arrived; many more will follow in the months and years to come!

Find the presentation held today regarding the official opening of these first building blocks.

Update february 8, 2013
Hereby also a short (4 minutes) videoclip of this presentation:

Ad van Wijk named in ‘Top 10 Forecasts for 2013 and Beyond’

UPDATE: I’ve also been named the #1 forecast in a special report by the World Future Society.
Every year The Futurist magazine publishes its Outlook report, with ten thought-provoking forecasts that will change the world. In the past, they have pinpointed among others the emergence of the Internet and the financial crisis, all years before they became common-place.

I’m proud to sat they have placed me on their #2 spot, with my ideas regarding the future of cars and they pivotal role I foresee them playing in the generation of electricity. You can check out their article with the top 10 Forecasts for 2013 and Beyond, or watch the video below (the segment begins at 2:35):

Moderne stad: bouwen aan de toekomst (Dutch only)

In een speciale bijlage geven vele experts, waaronder ik, hun mening hoe de stad van de toekomst er uit kan komen te zien. Er is momenteel al zo veel technologie beschikbaar om ons leven te verduurzamen. Maar in de bebouwde omgeving, met de hoge dichtheid van mensen, woningen, en diensten, vergt dit een extra inspanning.

Lees in de bijlage (pdf) over duurzaam renoveren, maar ook het verduurzaamde energiesysteem dat gebruik maakt van auto’s voor de productie.