Vehicle to Grid

Vehicle-to-grid (V2G) describes a system in which plug-in electric vehicles, such as electric cars (BEV), plug-in hybrids (PHEV) or hydrogen Fuel Cell Electric Vehicles (FCEV), communicate with the power grid to sell demand response services by either returning electricity to the grid or by throttling their charging rate. Vehicle-to-grid can be used with gridable vehicles, that is, plug-in electric vehicles (BEV and PHEV), with grid capacity. Since at any given time 95 percent of cars are parked, the batteries in electric vehicles could be used to let electricity flow from the car to the electric distribution network and back.

A great deal of research into V2G is begin done at the Delft University of Technology, see also: https://en.wikipedia.org/wiki/Vehicle-to-grid

Geen lid van adviescommissie Powerfield

Ik ben met Powerfield in gesprek om toe te treden tot hun Raad van Advies. Deze gesprekken heb ik, naar aanleiding van de publicatie in NRC Handelsblad d.d. 12-5-2018, stopgezet. Officieel ben ik geen lid en ook geen lid geweest van de Raad van Advies. Ik heb geen overeenkomst of contract getekend en ook heb ik geen enkele betaling ontvangen van Powerfield. Het plaatsen van mijn foto met vermelding ‘Lid van de Raad van Advies’ is dan ook voorbarig geweest.

‘Waterstof is het nieuwe aardgas’

Afgelopen zaterdag stond er een groot interview over groene waterstof in de landelijke krant ‘Algemeen Dagblad’. Hieronder de tekst.

Er is een schoon en veilig alternatief voor Gronings gas, stelt energieprofessor Ad van Wijk: waterstof. Te maken uit water en zon of wind. Met als restproduct geen CO2, maar zuiver water. ,,Waterstof is de ontbrekende schakel in de energietransitie.’’

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn: een alternatief voor aardgas dat we kunnen produceren met windmolens op zee en zonnepanelen in de woestijn of op onze daken. En dat bij verbranding niet bijdraagt aan klimaatverandering, omdat het restproduct geen broeikasgas is, maar waterdamp. Toch bestaat het: waterstof. Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft, ziet er gigantische kansen in.

Waarom hebben we hier nog nooit van gehoord? In het regeerakkoord van 70 pagina’s komt het woord waterstof niet voor.
,,Als klein land zijn we erg gefocust op andere technieken, zoals wind op zee en elektrische auto’s op batterijen. In het buitenland wordt al serieus ingezet op waterstof. Japan is sinds de kernramp van Fukushima om. Het land heeft weinig zon en wind en laat daarom waterstof maken. In de toekomst ook door zonnepanelen in Australië, waarvandaan de energie per schip naar Japan wordt vervoerd. De Olympische Spelen in Tokyo worden over twee jaar de showcase. Alle energie wordt geleverd door waterstof: voor verwarming, de spelersbussen, de olympische vlam. Maar ook alle grote automerken hebben al modellen ontwikkeld die op waterstof rijden. Duitsland bouwt aan een landelijk netwerk van 400 tankstations waar je waterstof kunt tanken. Nu het besef doordringt dat de Groningse gaskraan dicht moet, begint ook Nederland de mogelijkheden te zien. In de onderhandelingen voor het klimaat- en energieakkoord die nu starten, staat waterstof voor het eerst op de agenda.’’

Kan waterstof echt ons Groningse aardgas vervangen?
,,Ja, met waterstof kun je precies hetzelfde. Het kabinet denkt nu aan buitenlands gas als vervanger, maar dat heeft een andere samenstelling dan ons Groningse gas. Alle gasketels in huizen en fabrieken moeten dan worden aangepast, of je moet fabrieken bouwen waar stikstof wordt toegevoegd aan dat hoogcalorische gas. En dan zitten we nog steeds met een fossiele brandstof, terwijl onze CO2-uitstoot drastisch omlaag moet om klimaatverandering tegen te gaan. De verbranding van waterstof levert geen CO2 op. We kunnen het maken met windenergie op de Noordzee. We kunnen er huizen mee verwarmen, op rijden en het gebruiken in fabrieken, als grondstof en om stoom op te wekken.’’

NOORDEN
De Noordelijke provincies (Groningen, Friesland en Drenthe) zien veel toekomst in waterstof, als  alternatief voor de aardgaswinning. Om een groene waterstofeconomie van de grond te krijgen, schatten zij in dat tot 2030 voor 5,5 tot 10 miljard euro aan investeringen nodig is in waterstof. En daarboven nog 12 tot 15 miljard in offshore wind.

En dan komt het onze huizen binnen via de gasleiding?
,,Ja, voor waterstof kunnen we onze bestaande gasinfrastructuur gebruiken. De oudere metalen leidingen en aansluitingen moeten we wel coaten of vervangen door plastic, omdat waterstof lichter is en makkelijker ontsnapt. Maar dat is te doen. Net als het aanpassen van de branders in de cv-ketels. Dat is in de jaren 60 ook huis aan huis gebeurd toen heel Nederland werd aangesloten op Gronings gas.’’

Hoe krijg je windenergie van de Noordzee in de vorm van waterstof naar onze huizen?
,,Het idee is om een kunstmatig eiland midden in de Noordzee te bouwen met een waterstoffabriek. Daar gaan alle offshore windmolens stroom aan leveren. Via bestaande gaspijpleidingen wordt die energie in de vorm van waterstof naar het vasteland van Denemarken, Duitsland en Engeland getransporteerd. Maar er kunnen ook schepen aanmeren die waterstof onder hoge druk of in vloeibare vorm naar Japan of Amerika brengen. Aan dat plan werken netbeheerder TenneT, de Gasunie en de Rotterdamse haven samen met Duitse en Deense partijen. Ook kijken de Gasunie en AkzoNobel momenteel of ze de grootste waterstoffabriek van Europa kunnen bouwen in Delfzijl. Dat is een heel geschikte plek vanwege de Groningse gasinfrastructuur en de banen die daarmee zijn gemoeid. Vanwege het dichtdraaien van de gaskraan staan naar schatting
30.000 banen op de tocht. Mensen die nu aardgasleidingen onderhouden, kunnen ze straks geschikt gaan maken voor waterstof.’’

2050
Wereldwijd rijden in 2050 400 miljoen auto’s en 20 miljoen vrachtwagens op waterstof. Ook in de industrie en energievoorziening wordt waterstof onmisbaar volgens de Hydrogen Council, een coalitie van bedrijven als Shell, Total, General Motors en Toyota die toekomst zien in de nieuwe energiedrager. Zij stellen dat waterstof de wereldwijde broeikasgasuitstoot binnen 30 jaar met een vijfde kan verminderen.
Die ambitie vereist de komende vijftien jaar wel flinke investeringen. De kosten zullen afnemen naarmate waterstof op grotere schaal wordt gebruikt. De bedrijven verwachten dat in de toekomst mondiaal 30 miljoen mensen zullen werken in de waterstofeconomie.

Bij het omzetten van windstroom naar waterstof verlies je veel energie. Dan is het toch efficiënter om die groene stroom rechtstreeks te benutten?
,,Het klopt dat zo’n 20 procent van de energie verloren gaat. Maar je moet naar de kosten van de hele keten kijken, en het transport van waterstof is veel goedkoper. Hét nadeel van windenergie is immers dat je die niet goed kunt opslaan en over lange afstanden kunt vervoeren. Dat geldt ook voor zonneenergie. Op dagen zonder wind en zon ben je afhankelijk van batterijen. In zo’n thuisbatterij van Tesla kun je stroom van zonnepanelen op je dak kwijt voor een of twee nachten; niet voor de hele winter. Het opladen van een Tesla bij een snellaadstation duurt al gauw een half uur, terwijl je waterstof net zo snel tankt als benzine. Waterstof is hét medium om duurzame energie makkelijk en goedkoop over de wereld te transporteren. Daardoor kunnen we duurzame energie dáár gaan produceren waar dat het goedkoopst is. Zonnestroom in de Sahara, Zuid-Spanje en Californië, wind op de Noordzee. We denken nu veel te lokaal. Energie is een wereldmarkt. De kolenmijnen in Limburg zijn destijds echt niet dichtgegaan omdat de kolen op waren, maar omdat de kolen elders goedkoper te winnen waren. Zo zal het ook met onze nieuwe
hernieuwbare energiebronnen gaan. De prijs van zonne- en windenergie is afgelopen jaren al spectaculair gedaald. Dankzij waterstof zal ook voor groene stroom een wereldmarkt ontstaan. Waterstof is de ontbrekende schakel in de transitie naar duurzame energie.’’

Dit artikel is geschreven door journalist Annemieke van Dongen en verscheen eerder op ad.nl

Energieakkoord is nog geen klimaatakkoord


FOTO: FOTOLIA
 

Energieakkoord is nog geen klimaatakkoord

Het SER Energieakkoord heeft nauwelijks voor de energietransitie gezorgd. De CO2-uitstoot is weer toegenomen. Er moet hoognodig een tandje bij.

Groene waterstof kan de rol van aardgas in de industrie, op de weg en in de gebouwde omgeving overnemen

Dat stellen Kees den Blanken en Ad van Wijk. Beide heren hebben een lange loopbaan op CEO-niveau in de energiesector achter de rug. Volgens hen ontbreekt het aan samenhang, urgentie op deelgebieden en worden de verkeerde keuzes gemaakt.

Hoe definieert u de energietransitie?

Den Blanken: “Meer duurzame energie is niet het hele verhaal. Transitie vraagt om nieuw systeemontwerp. In een samenhangend systeem gaat energie nooit verloren, bij omzetting komt alleen CO2 vrij en raken we kwaliteit kwijt. In het huidige beleid ontbreekt de samenhang tussen warmte en elektriciteit.”

Van Wijk: “De transitie moet tot een echt duurzaam energiesysteem leiden, dus meer dan alleen CO2 neutraal. Met bijstook van biomassa in kolencentrales zitten we op de verkeerde weg. Biomassa draagt alleen aan de transitie bij als de chemie de daarin gelegen koolstof ook nuttig gebruikt.”

Wat is op dit moment de status van het Energieakkoord?

“Belabberd,” reageert Den Blanken. “Bij het Energieakkoord werden kolen en duurzaam tegen elkaar uitgeruild. Sinds de ondertekening zijn we met het klimaat niet opgeschoten. CO2-reductie is vooral aan andere broeikasgassen toe te schrijven, aan recycling van afval en aan waterzuivering. Ik betwijfel of de verwachte innovaties wel op tijd komen om onze consumptie (van vlees, vliegverkeer, douchewater) binnen de perken te houden.”

“Ik ben hoopvol. Tenders voor wind op zee komen zonder subsidies op gang maar er kan zeker een tandje bij”, nuanceert Van Wijk. “We zullen elk jaar minimaal drie Gigawatt aan windturbines offshore moeten bouwen terwijl het installeren van zonnepanelen sneller dient te gaan. In de gebouwde omgeving en bij de industrie moeten meer verplichtingen komen. Mocht dat niet gebeuren, dan volgen er sancties.”

Hoe kan de industrie en de gebouwde omgeving slagen maken?

“De industrie voorziet in onze spullen maar ik vrees dat we daarvan het volume moeten terugbrengen zodat we minder plastic, staal en dergelijke nodig hebben”, zegt Den Blanken. “We moeten echt op integratie en cascadering inzetten, bijvoorbeeld door het overschot aan windenergie op de Noordzee in waterstof op te slaan. Op land kan dat dan worden omgezet in producten en in warmte en kracht voor de industrie, tuinbouw en gebouwde omgeving.”

“Wat de transitie parten speelt”, meent Van Wijk, “is traagheid in het systeem. Het is veel meer dan duurzame energie produceren. Enkel het elektriciteitsnet verzwaren is een erg dure, trage oplossing. Ons aardgasnet kunnen we snel en goedkoop ombouwen naar een waterstofnet waarin waterstof de rol van aardgas overneemt. Niet alleen als buffer voor wisselend aanbod uit duurzame bronnen maar ook voor de industrie, om op te rijden en zelfs voor het verwarmen van woningen. Het is te stom voor woorden dat voor nieuwbouw nog steeds een aardgasnet wordt aangelegd.”

Hoe ziet u de toekomst?

“De regering durft geen echte keuze te maken”, zegt Den Blanken. “Hoe langer we duurzame maatregelen echter uitstellen, des te moeilijker het wordt om klimaatverandering binnen de perken te houden, stelde het Stern rapport uit 2006 al. Het optuigen van een oorlogseconomie tegen klimaatverandering wordt met de dag noodzakelijker.”

“Duurzame energie”, reageert Van Wijk, “levert veel meer groei en werkgelegenheid op dan de inzet van fossiele brandstoffen. Ook de productie van groene waterstof kan voor veel nieuwe banen zorgen. Ik ben bang dat CO2 afvang en opslag – nu ook gefinancierd vanuit de SDE+ regeling – een rem op de productie van duurzame energie en groene waterstof zet.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Analysemaatschappij.nl

Feit

Kees den Blanken was onder meer 14 jaar CEO van Cogen Nederland, belangenbehartiger voor bedrijven die zelf stoom en stroom opwekken. Sinds 2016 leidt hij consultancybureau 4EEES.

Ad van Wijk is duurzame energieondernemer en sinds 2011 deeltijd professor ‘future energy systems’ aan de TU Delft. Eerder was hij negen jaar CEO van Econcern.

‘Waterstof wordt de vervolgstap op windenergie’

De Gasunie en de chemie-afdeling van AkzoNobel gaan onderzoeken of ze de grootste waterstof-fabriek van Europa kunnen bouwen. In Delfzijl moet op grote schaal duurzaam opgewekte stroom omgezet gaan worden in waterstof. Doel: het grootschalig verduurzamen van de industrie.

AkzoNobel produceert op dit moment al op grote schaal waterstof in Delfzijl en op andere locaties, zegt Energy Director Marcel Galjee, maar die komt nog voornamelijk uit fossiele bronnen. Nieuw aan de beoogde fabriek is het duurzame karakter. ‘Die gaan we dan op grote schaal produceren. Het is eigenlijk de vervolgstap op windenergie; we hebben al wel de antwoorden om duurzame elektriciteit te produceren, maar waterstof is een heel belangrijk element om de belangrijke bouwblokken voor de industrie duurzaam te maken.’

100 procent duurzaam

Dat wil niet zeggen dat windenergie overbodig wordt: voor de productie van waterstof op een duurzame manier is wind, of andere duurzame bronnen nodig, zegt Galjee. ‘Je kunt middels elektriciteit water splitsen en zo waterstof op een duurzame manier maken. Op dit moment komt het grootste deel van het waterstof dat in Nederland gebruikt wordt uit het splitsen van aardgas. Wij gebruiken 100 procent duurzame elektriciteit om ook een 100 procent duurzame chemische grondstof te bouwen die nu nog uit fossiele brandstof komt.’

En een heel complex proces is het niet, zegt Auke Hoekstra, onderzoeker elektrisch rijden bij de TU Eindhoven. Wel is het zo dat de benodigde technologie nog in de kinderschoenen staat. Juist daarom is het zo van belang om een fabriek te starten. ‘Die technologie is waanzinnig belangrijk voor ons. Als die energiewende echt een mooi beslag gaat krijgen, hebben we dit keihard nodig. Als we echt naar een toekomst gaan waarin heel veel energie uit zon en wind komt, is de vraag wat je in de winter doet, als de zon niet schijnt of de wind niet waait’

Mierenzuur

Batterijen zijn aardig om energie op te slaan, maar om echt een seizoen lang energie op te slaan zijn ze volstrekt ongeschikt, benadrukt Hoekstra het belang van waterstof. ‘Als we echt naar een toekomst gaan waarin meer dan 60 procent van onze energie uit zon en wind komt, ontkomen we niet aan duurzame opslag en dan is waterstof op dit moment de beste mogelijkheid die we kennen.’ Alternatieven als mierenzuur en ammoniak worden vaak genoemd, maar dat is volgens Hoekstra niet terecht. ‘In veel gevallen maken we dat mierenzuur en ammoniak ván waterstof.’

De 3 kiloton die ‘Delfzijl’ moet gaan opwekken is nog niet zo heel veel, als je het afzet tegen de totale landelijke behoefte aan energie van 800 kiloton, zegt Ad van Wijk, hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft. Maar als je in aanmerking neemt dat tot nu toe voornamelijk waterstof wordt geproduceerd uit aardgas, is dit wel een heel goed project om CO2-vrij waterstof te maken, meent Van Wijk. ‘De toepassing als brandstof is nog niet echt groot. Maar nu de benodigde brandstofcel is ontwikkeld, zie je dat brandstofcel-waterstofvarianten een vlucht nemen.’

Dat geldt met name voor Japan, zegt Van Wijk, waar bij de Olympische Spelen het vervoer en de verwarming van woningen geheel op waterstof zullen draaien. ‘Het begint nu heel erg op te komen. Je moet bedenken dat offshore windmolens zo ver op zee staan, dat het veel duurder is om de elektriciteit naar de kust te brengen dan om het eerst om te zetten naar waterstof en het zo via een pijplijn naar de kant te brengen. Je moet ook juist kijken hoe je de energie van de zon in de Sahara of de wind in de Noordzee zo goedkoop mogelijk naar Europa?

Dit artikel verscheen op BNR