Hydrogen will play a pivotal role in achieving an affordable, clean and prosperous economy. Hydrogen allows for cost- efficient bulk transport and storage of renewable energy and can decarbonise energy use in all sectors.
The European Union together with North Africa, Ukraine and other neighbouring countries have a unique opportunity to realise a green hydrogen system. Europe including Ukraine has good renewable energy resources, while North Africa has outstanding and abundant resources. Europe can re-use its gas infrastructure with interconnections to North-Africa and other countries to transport and store hydrogen. And Europe has a globally leading industry for clean hydrogen production, especially in electrolyser manufacturing. If the European Union, in close cooperation with its neighbouring countries, wants to build on these unique assets and create a world leading industry for renewable hydrogen production, the time to act is now. Dedicated and integrated multi GW green hydrogen production plants, will thereby unlock the vast renewable energy potential.
We, the European hydrogen industry, are committed to maintaining a strong and world-leading electrolyser industry and market and to producing renewable hydrogen at equal and eventually lower cost than low-carbon (blue) hydrogen. A prerequisite is that a 2×40 GW electrolyser market in the European Union and its neighbouring countries (e.g. North Africa and Ukraine) will develop as soon as possible.
A roadmap for 40 GW electrolyser capacity in the EU by 2030 shows a 6 GW captive market (hydrogen production at the demand location) and 34 GW hydrogen market (hydrogen production near the resource). A roadmap for 40 GW electrolyser capacity in North Africa and Ukraine by 2030 includes 7.5 GW hydrogen production for the domestic market and a 32.5 GW hydrogen production capacity for export.
If a 2×40 GW electrolyser market in 2030 is realised alongside the required additional renewable energy capacity, renewable hydrogen will become cost competitive with fossil (grey) hydrogen. GW-scale electrolysers at wind and solar hydrogen production sites will produce renewable hydrogen cost competitively with low-carbon hydrogen production (1.5-2.0 €/kg) in 2025 and with grey hydrogen (1.0-1.5 €/kg) in 2030.
By realizing 2×40 GW electrolyser capacity, producing green hydrogen, about 82 million ton CO2 emissions per year could be avoided in the EU. The total investments in electrolyser capacity will be 25-30 billion Euro, creating 140,000-170,000 jobs in manufacturing and maintenance of 2×40 GW electrolysers.
The industry needs the European Union and its member states to design, create and facilitate a hydrogen market, infrastructure and economy. Crucial is the design and realisation of new, unique and long-lasting mutual co-operation mechanisms on political, societal and economic levels between the EU and North Africa,Ukraine and other neighbouring countries.
The unique opportunity for the EU and its neighbouring countries to develop a green hydrogen economy will contribute to economic growth, the creation of jobs and a sustainable, affordable and fair energy system. Building on this position, Europe and its neighbours can become world market leaders for green hydrogen production technologies.
Klimaatverandering is een groot probleem en behoeft significante CO2 reductie in verschillende sectoren. Groene waterstof speelt daar een onmisbare rol in. Het is belangrijk dat de ontwikkeling van groene waterstof geborgd wordt in het Klimaat & Energieakkoord. Wij roepen de regering en de deelnemende partijen van het Klimaat & Energieakkoord dan ook op om prioriteit te geven aan waterstof als essentiële bouwsteen voor de energietransitie.
Wie zijn wij? De Waterstof Coalitie is een initiatief van netbeheerders, industrie, energiebedrijven, natuur- en milieuorganisaties en wetenschappers. Als brede coalitie brengen we in kaart
wat er mogelijk is en doen we hierbij een concreet voorstel met betrekking tot waterstof voor het Klimaat & Energie Akkoord.
The Province of Zuid-Holland mapped the regional energy innovation system (including the Port of Rotterdam, Delft University of Technology, et cetera). Furthermore, they identified the 40 people most-cited as being drivers of the energy innovation ecosystem in Zuid-Holland. I was listed on the #3 spot! See below the interesting report itself.
Energy transition, or the move from high carbon to low carbon sources of energies is a complex technical,
economic and social challenge for the world. It is even more of a challenge for the province of Zuid-Holland,
with its high energy consumption, high carbon emissions and population density. Transition will require energy
innovation in order to meet the climate change targets of significantly reduced CO2 emissions. This study
explores the idea that effective energy innovation requires an ecosystem: the interaction between research
institutions, government, finance, entrepreneurs and the not-for-profit sector.
There is no historical precedent of a country moving to a carbon neutral economy. No-one has definitive
answers on what needs to be done. For this reason the government of the province of Zuid-Holland set up
the Energy Innovation Delta. Its objective is to develop the energy innovation ecosystem of the province. Does
the energy innovation ecosystem of Zuid-Holland have what it takes to realise energy innovation? In order to
answer this question, we interviewed over 100 executives from 80 different organisations, and mapped their
organisations, the focus of their work, and the challenges they see.
The output is that this study provides a unique overview of which activities are being performed within the
energy innovation ecosystem of Zuid-Holland. We take a data-driven approach to the energy innovation
ecosystem, analysing in unprecedented detail who is connected to whom, what is being done, what the
perceptions of these organisations are, how these compare to each other. This study has mapped out the
activities of over 4,300 FTE (full-time equivalent employees) across 80 different organisations. Our data can
be viewed from different perspectives: the organisations making up the ecosystem, the fields and stages of
innovation.
First, we often found that participants of the study request the government to create a clear vision, or roadmap
of its objectives for energy transition and innovation. Second, we found that there is a mismatch between the
perceived challenges and time allocation. Perceived important challenges in energy storage, system balancing
and CO2 capture receive the investment of relatively little time. Third, participants of the study indicated that
despite some useful initiatives, there is still a lack of capital to fund effective energy innovation – potentially
identifying an area for action.
The results of the study are being made available via a launch event in May 2018, at which invited participants
will also be able to prioritise recommendations. There are opportunities to submit further questions, and
detailed briefings will also be available on request.
Een samenvatting over de rol van waterstof in de (duurzame) energietransitie. Geaccepteerd voor publicatie in “Circulariteit – Neemt dat al een vlucht?” uit te geven door TU Delft Open, geschreven de Ad van Wijk en Chris Hellinga van de TU Delft.
Lees het volledige rapport in het Nederlands hier or in English.
In Nieuwegein-Utrecht realiseren we een uniek energiesysteem. Negenhonderd woningen met zonnecellen en regenwateropvang, en een zonnepark van 8,6 megawattpiek (MWp) met regenwateropvang, produceren samen 10 miljoen kilowattuur (kWh) elektriciteit en 60.000 kubieke meter regenwater per jaar. Daarmee kunnen we voldoen aan de gehele vraag naar energie van deze woningen voor zowel verwarming en elektriciteit als mobiliteit. Ook voorzien we hiermee in de behoefte aan demiwater; ultraschoon water voor het produceren van waterstof en voor onder andere de vaatwasser en wasmachine in de woningen. Op deze manier besparen we bovendien op het gebruik van zeep. Dankzij opslag in de grond komt dit systeem op elk moment van het jaar tegemoet aan de vraag naar warmte en demiwater. Zo brengen we de energie van de zon naar de mensen: Solar Power to the People!
Solar Power to the People, energie van de zon naar de mensen brengen, dat is waar het om gaat in een duurzaam energie- en watersysteem. De zon levert ons in een uur meer energie dan de wereld in een jaar gebruikt. Er is dus genoeg duurzame energie, maar het gaat erom dat we deze energie in de juiste vorm, op de juiste plaats en op het juiste moment kunnen gebruiken. De energie van de zon zorgt niet alleen voor warmte en licht, maar ook voor wind, regen en biomassa. Via zonnecellen en windturbines produceren we gemakkelijk al onze benodigde energie, in de vorm van elektriciteit. Met de neervallende regen voorzien we eenvoudig in onze waterbehoefte. En een heel klein beetje biomassa levert ons de koolstof voor het maken van chemische producten.
Wereldwijd kunnen we in 2020 in de woestijnen via zonnecellen elektriciteit produceren voor 2 à 3 dollarcent per kWh. Rond 2040 is dit naar verwachting gezakt tot minder dan 1 dollarcent per kWh. In 2040 moet het ook mogelijk zijn om met drijvende windturbines in de oceanen elektriciteit te produceren voor 1 dollarcent per kWh. Deze elektriciteit brengen we bij de mensen via waterstof. Elektriciteit en water worden via elektrolyse omgezet in waterstof en zuurstof. Waterstof kunnen we onder druk, vloeibaar of omgezet in ammoniak, transporteren over de wereld, opslaan en gebruiken wanneer we dit willen. Uit waterstof (elektriciteit), koolstof (biomassa), zuurstof (elektriciteit) en stikstof (lucht) kunnen we al onze chemische producten in bulk produceren. En met waterstof en elektriciteit kunnen we ook al onze metalen produceren.
In de stad, het dorp of op het platteland, waar we wonen en werken, produceren we voornamelijk elektriciteit met zonnecellen. Maar in landen zoals Nederland produceren we in de zomer te veel en in de winter te weinig. Het teveel aan elektriciteit in de zomer kunnen we omzetten in waterstof of warmte. Regenwater vangen we via zonnepanelen op en bufferen we in de grond. Hieruit kunnen we via omgekeerde osmose het demiwater leveren voor de waterstofproductie, en na re-mineralisatie voorzien we ook in ons drinkwater. De waterstof kan via een waterstofnet,
het omgebouwde aardgasnet, worden vervoerd en opgeslagen. Warmte kunnen we in de zomer met een warmtepomp produceren, opslaan in de grond en in de winter gebruiken voor verwarming. De batterijen van een elektrische auto leveren in de zomerperiode ’s nachts elektriciteit. En in de winter leveren de brandstofcellen uit waterstof de benodigde elektriciteit.
In het project in Nieuwegein-Utrecht brengen we voor het eerst zonne-energie en regen voor de productie van elektriciteit, warmte, waterstof en demiwater naar de mensen in een nieuwbouwwijk. We brengen daar Solar Power to the People, energie van de zon naar de mensen. Waar, wanneer en in welke vorm ze die energie maar nodig hebben!
Ons land heeft unieke mogelijkheden voor het ontwikkelen van de waterstofeconomie, stelt hoogleraar Ad van Wijk. Groene waterstof wordt een van de dragers van een duurzame energievoorziening, en we hebben de kennis, infrastructuur en industrie om daarmee aan de slag te gaan.
Waterstof. We horen er al zo lang over, en dan meestal gekoppeld aan de vraag of de auto van de toekomst nu op waterstof gaat rijden of op een grote batterij. Net nu het er op lijkt dat de elektrische auto het gaat winnen, komt prof.dr. Ad van Wijk, buitengewoon hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft en specialist Energie en Water bij onderzoeksinstituut KWR, alsnog met waterstof op de proppen. ‘Vergeet die discussie over de auto maar even. Mijn verhaal heeft een heel andere dimensie.’
Wat is de visie van Van Wijk op de rol die waterstof gaat spelen in ons toekomstige energiesysteem? En waarom moet Nederland daar iets mee? Twee vragen, met in twee deelverhalen de antwoorden: ‘Onze waterstoftoekomst’ en ‘Kansen voor Nederland’.
ONZE WATERSTOFTOEKOMST
Waterstof wordt een van de dragers van ons duurzame energiesysteem, luidt een van de stellingen van Van Wijk. Dat behoeft uitleg. Bij het maken van waterstof gaat immers energie verloren, dus je zou zeggen dat je elektriciteit maar beter direct kunt gebruiken. ‘Dat klopt op microniveau, bijvoorbeeld als je thuis een zonnepaneel op je dak hebt en je autoaccu wilt opladen als de zon schijnt. Maar ik heb het over ons totale energiesysteem en dan werkt het toch anders.’
Om dat te verhelderen, maakt Van Wijk graag een vergelijking met aardgas. ‘In Groningen hadden we een grote bel en we exporteerden ons relatief goedkope gas naar België, Duitsland en Italië. Nu zijn we bezig gas te winnen in Algerije en bij Australië en verschepen dat vervolgens naar Nederland. Straks gaat het met duurzame energie net zo. Die winnen we met zon en wind op de plekken waar dat het meest voordelig kan, vervolgens brengen we die energie naar plekken waar die het meeste oplevert. En hoe doen we dat transport? Precies, met waterstof. Groene waterstof wordt zo de drager van duurzame energie die zich gemakkelijk laat transporteren en die we voor allerlei doelen kunnen inzetten, variërend van de brandstofcel tot en met industriële processen.’
DOEL OP ZICH
Een veelgehoord verhaal is dat het omzetten van zonne- en windenergie vooral is bedoeld om overschotten aan elektriciteitsproductie nuttig te gebruiken. ‘Zeker; dat gebeurt nu ook al, bijvoorbeeld in Mainz in Duitsland. Maar illustratie Kawasaki dat is in mijn verhaal maar een heel beperkt deel van de totale waterstofproductie.’
Bij Van Wijk wordt die waterstofproductie uit duurzame bronnen een doel op zich. Er zijn op de wereld immers altijd wel landen die groene waterstof nodig hebben omdat ze een tekort aan elektriciteit uit zon en wind hebben. ‘Bovendien: elektriciteitsgebruik is maar een kwart van ons totale energieconsumptie. Een kwart is voor transport, een kwart voor woningverwarming en een kwart voor industriële processen.’ En juist voor die andere toepassingen leent waterstof zich zo goed. ‘Waterstof is een grondstof van veel chemische producten en er is prima de hitte mee te produceren die tal van industriële processen nodig hebben. En voor zwaar transport is het de beste groene brandstof in combinatie met een brandstofcel.’
GOEDKOPER
Waterstof als doel op zich betekent dat een deel van de wind- en zonne- energie niet beschikbaar is voor de elektriciteitsvoorziening, terwijl we die ook hard nodig hebben. ‘Hier heb je precies het kantelpunt’, benadrukt Van Wijk. ‘Er zijn op dit ogenblik al locaties waar het produceren van energie uit wind of zon minder kost dan met de goedkoopste fossiele brandstof. Zo is in Dubai elektriciteit met zonne-energie opgewekt voor tussen de 2 en 3 dollarcent per kWh, terwijl op de Noordzee het eerste project in Duitsland zonder subsidie al op stapel staat.’
En die prijsdaling is nog niet op zijn eind. ‘Bloomberg New Energy Finance voorziet tot 2040 een verdere prijsdaling van meer dan 50 %. Met zulke lage kosten wordt duurzame energie niet meer schaars.’ Van Wijk roept het Desertec- project in herinnering; het plan om in Noord- Afrika goedkoop zonne-energie te winnen en die naar Europa te transporteren. ‘Dat liep onder andere stuk op de enorme kosten die moesten worden gemaakt voor het transport via een nog niet bestaand hoogvermogen elektriciteitsnet. Met waterstof is het een kwestie van verschepen.’
Maar het maken van die waterstof is toch ook duur? Dat gaat meevallen, zegt Van Wijk. Ook bij de waterstofproductie met een elektrolyser, waarbij de stroom het water splitst in waterstof en zuurstof, is sprake van enorme prijsdalingen. ‘Twee jaar geleden rekenden we nog met een prijs voor een elektrolyser van 1200 tot 1500 euro per kW, onlangs werd bekend dat het Noorse NELHydrogen in het Franse Normandië een installatie van 100 MW gaat bouwen voor 47,5 miljoen euro. Dat is dus al voor minder dan de helft.’
Hetzelfde geldt voor de brandstofcellen waarmee waterstof weer is om te zetten naar elektriciteit. ‘Vooral vanuit de Japanse en Koreaanse auto-industrie wordt daar enorm in geïnvesteerd. Ook daarvan dalen de prijzen; de verwachting is dat die bij massaproductie rond de 50 dollar per kW komen te liggen.’
VERGEET ENERGIE-EFFICIENCY
Terug naar het rendement van het omzetten van elektriciteit in waterstof en terug. Dat is niet meer dan 40 tot 50 %, terwijl een auto direct elektrisch laten rijden een rendement heeft van 80 %. ‘Dat klopt helemaal, maar hoeft geen probleem te zijn. Want in Noord-Afrika leveren zonnepanelen drie keer zoveel op als in Nederland. Haal je die energie via waterstoftransport naar ons land, dan heb je met die waterstofauto toch een beter rendement.’ Het brengt Van Wijk tot een van zijn karakteristieke, stellige uitspraken: energie-efficiency is niet meer doorslaggevend. ‘Als het produceren van duurzame energie zo goedkoop wordt en er op aarde plekken genoeg zijn om die te produceren, dan gaat het alleen nog om de kosten. Vaak wordt gedacht dat energie-efficiency de heilige graal is van de energietransitie, maar dat is niet meer zo. Los van het feit dat het altijd verstandig is zo zuinig mogelijk met energie om te gaan.’
Van Wijk noemde het al: waterstof is breed inzetbaar. ‘Je kunt ermee stoken, rijden en het als grondstof in de chemie gebruiken. Dat alles gebeurt ook al volop; het is alleen niet algemeen bekend. Tussen Rotterdam, Antwerpen en helemaal tot in Noord-Frankrijk ligt een veelgebruikt leidingnet voor waterstof. Japanse en Koreaanse autofabrikanten hebben een waterstofauto met brandstofcel in die landen op de markt gebracht. Alle in Nederland geproduceerde kunstmest wordt met waterstof gemaakt. In Duitsland werkt onder andere Shell samen met Mercedes, BMW en Volkswagen aan het neerzetten van vierhonderd waterstoftankstations voor 2023. Australië heeft met Japan een overeenkomst gesloten om waterstof te leveren, waarvoor Kawasaki nu een speciaal transportschip gaat bouwen. En onlangs werd bekend dat het Noorse Statoil waterstof gaat leveren aan Nuon voor een van zijn elektriciteitscentrales bij de Eemshaven.’
Wat die voorbeelden volgens Van Wijk ook duidelijk maken, is dat het met de eventuele gevaren van waterstof wel meevalt. ‘Het is een energiedrager en daar moet je per definitie voorzichtig mee om gaan, net zoals bij aardgas of elektriciteit. Maar we hebben genoeg ervaring om er verantwoord mee om te springen.’
KANSEN VOOR NEDERLAND
Waterstof is via elektrolyse met elektriciteit te produceren, maar dan moet die elektriciteit wel voorhanden zijn en het liefst in constante hoeveelheden. ‘Wil je groene waterstof produceren voor een concurrerende prijs van twee tot drie euro per kg, dan moet je zorgen dat het elektrolyseapparaat continu kan werken’, zegt Van Wijk. Hij zet zijn kaarten daarom niet op elektriciteitsoverschotten van zon en wind. ‘Natuurlijk, als zo’n overschot er is, moet je er gebruik van maken. Maar je hebt vooral een continu stroomaanbod nodig.’ Noord-Nederland heeft daarvoor een unieke positie, want zo’n aanbod is te vinden in de Eemshaven. Daar landen diverse grote kabels aan: de NorNed- stroomkabel die loopt tussen Nederland en Noorwegen (700 MW), de kabel van het offshore windpark Gemini (600 MW) en vanaf 2019 de Cobrakabel die loopt tussen Denemarken en Nederland (700 MW). En omdat Noorwegen zijn energie deels met waterkracht opwekt, kan dat land voor het benodigde continue stroomaanbod zorgen.
Van Wijk wil een deel van de waterstof produceren met een biomassavergasser. ‘In een energietoekomst waar we geen fossiele brandstoffen meer gebruiken, hebben we voor de chemie een andere bron van koolstof nodig, en die zal moeten komen van biomassa.’ De combinatie met waterstofproductie door elektrolyse noemt Van Wijk ideaal. ‘Bij elektrolyse komt zuivere zuurstof vrij, die de biomassavergasser nodig heeft.’
TRANSPORTLEIDING
Is de waterstof geproduceerd, dan moet er ook een afzetmarkt zijn, bijvoorbeeld de nu al bestaande grote markt voor waterstof in de chemie. Deels is die te vinden in het noorden, bij het chemiecomplex in Delfzijl. ‘Voorlopig liggen de grootste afzetmarkten in Rotterdam, Geleen en in Duitsland bij de chemieclusters, dus daar moet die waterstof ook heen. En dat brengt een tweede unieke positie van Noord-Nederland in beeld: het gasleidingennet. ‘Vanuit Groningen gaan meerdere gastransportleidingen met grote capaciteit naar het zuiden. Een deel van die capaciteit komt vrij wanneer we in Groningen minder aardgas gaan produceren. Laten we dat leidingnetwerk behouden voor onze energietoekomst door een gedeelte ervan nu al om te bouwen tot een waterstofnet. Veel hoeft dat niet te kosten. Enkele tientallen miljoenen euro’s is voldoende om een grote transportleiding van de Eemshaven naar Rotterdam om te bouwen.’
Om dit voor elkaar te krijgen, ziet Van Wijk weinig technische belemmeringen. ‘Elektrolyse, het zorgvuldig omgaan met waterstof; we weten wel hoe dat moet. En het mooie is dat alle industrie hier in het noorden die is ontstaan rond de verwerking van het aardgas hun expertise kunnen voortbouwen richting waterstof.’ Biomassavergassing vereist wel meer onderzoek en experimenten, onderkent Van Wijk. ‘Dat hebben we nog niet goed genoeg in de vingers.’
GEOÖRDINEERDE AANPAK
Het lastigst noemt Van Wijk echter het realiseren van het waterstofplan dat hij met de Noordelijke Innovation Board maakte. ‘We hebben adviesbureau Accenture gevraagd uit te zoeken wat er nodig is om de waterstofproductie van de grond te krijgen. Dat vereist bedrijven die willen investeren en een overheid die de omschakeling naar waterstof mogelijk maakt. Want nu mogen aardgasleidingen bijvoorbeeld alleen aardgas transporteren. Zo’n gecoördineerde aanpak met een duidelijke regie, waarbij overheid en bedrijfsleven gezamenlijk optrekken; het lijkt alsof we dat in Nederland zijn verleerd. Ik hoop dat het er nu toch van komt, want we hebben met het Eemshavengebied een unieke hot spot om voortrekker te worden van de waterstofeconomie.’(FB)
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op https://www.deingenieur.nl/artikel/nederland-waterstofland
Een interview van 4 minuten met een korte uitleg over de reden waarom de overschakeling naar de Groene Waterstofeconomie kansen biedt, en hoe de transitie gefaseerd uitgerold zou kunnen worden.
De groene waterstofeconomie. Toekomstmuziek, maar er is geen betere regio in ons land dan het Noorden om die van de grond te trekken. Dat zegt Ad van Wijk, ondernemer en hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft.
Van Wijk heeft het idee ervoor gelanceerd. De afgelopen maanden is de haalbaarheid van het plan en het draagvlak ervoor door de Noordelijke Innovation Board onderzocht. De geesten zijn rijp gemaakt, ondernemers en overheden zitten op één lijn en de regio kan ermee de boer op. Dinsdagmiddag presenteren Groninger bestuurders het in Den Haag aan de landelijke politiek als onderdeel van een breder plan om Noord-Nederland in een groene energieregio te veranderen.
Waarom de groene waterstofeconomie de regio een gouden kans biedt, vragen we aan geestelijk vader van het idee, Ad van Wijk.
Wat kunnen we met waterstof?
‘Het is nu al een basisproduct dat veel in de chemie wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij de productie van kunstmest of methanol. Waterstof wordt op grote schaal gebruikt, bijvoorbeeld in de raffinaderijen. Al die waterstof wordt gemaakt uit aardgas. Dat is de eerste toepassing die we groen kunnen maken.’
‘Een andere toepassing, voor consumenten interessant, is het gebruik ervan als brandstof in hun auto. Maar ook treinen kunnen erop rijden en boten ermee varen.’
‘Heel belangrijk is dat waterstof kan worden bijgemengd in het gasnetwerk, of zelfs gas als brandstof helemaal kan vervangen. Technisch is dat geen enkel probleem. In woningen moeten daarvoor eigenlijk alleen de branders in de fornuizen worden aangepast.’
Van Wijk benadrukt het belang van gebruik van groene waterstof in plaats van grijze. Groene wordt gewonnen uit water. Dat gebeurt met elektrolyse, waarbij met elektriciteit water in waterstof en zuurstof wordt gescheiden. De Eemsmondregio is daar volgens de hoogleraar de ideale plaats voor.
Andere landen liggen al wel een stapje voor, aldus Van Wijk. Zo worden in Duitsland momenteel vierhonderd tankstations gebouwd voor auto’s op waterstof, waarmee dat land de waterstofeconomie een flinke slinger geeft. In 2023 kan met een waterstofauto heel Duitsland worden doorkruisd.
Waarom is Noord-Nederland zo geschikt als groene waterstofregio?
‘Het is de plek waar de stroom van de windparken op de Noordzee aan land komt. Er wordt op zee nog druk gebouwd, ook door de Duitsers. Die hebben een korte verbinding met het vasteland naar Noord-Nederland. De productie van groene stroom neemt dus verder toe. Dan zijn er nog de stroomkabels vanuit Noorwegen en Denemarken naar de Eemshaven. Het maakt de Eemshaven tot een uitstekende locatie voor een waterstoffabriek, die 24 uur per dag kan produceren.’
‘Dat het gasnet in Groningen begint, is ook een enorm voordeel. Aanleg van nieuwe leidingen is dus niet nodig, want de bestaande pijpen zijn geschikt voor transport van waterstof.’
Zijn er concurrerende regio’s?
‘In Rotterdam, in de Botlek, wordt ook aan plannen gewerkt. Ook daar kan stroom gebruikt worden van windmolenparken voor de kust. Maar de omvang van die parken is beperkter en andere regio’s missen het noordelijke gasleidingnetwerk.’
Waar moeten we beginnen?
‘Als eerste zullen we groene waterstof inzetten in de chemie in Delfzijl. Maar ook in Rotterdam voor de chemie en de petrochemie. De ombouw van het gasnet, dat zullen we later gaan doen.’
Dinsdagmiddag vertellen Groningse bestuurders en ondernemers politici in Den Haag over de plannen. Er is nog wel wat lobbywerk nodig?
‘Het is een nog vrij onbekend onderwerp. Het kost nog wel even tijd om het goed voor het voetlicht te brengen. Maar we moeten de kans grijpen. Het is ook voor de landelijke overheid een uitstekende kans om de teruglopende aardgasbaten op te vangen. Het kan daarnaast de regionale economie en werkgelegenheid een impuls te geven.’
Gangmaker achter de waterstofplannen is de Noordelijke Innovation Board (NIB), waar Van Wijk lid van is. De NIB is een samenwerking van bedrijven, overheden en onderwijsinstellingen en wil de noordelijke economie versnellen.
De kosten voor de bouw van een waterstoffabriek en de ombouw van het gasnetwerk naar een waterstofnetwerk worden geschat op een bedrag tussen de 17,5 en 25 miljard euro.
Een samenvatting van het plan is hier te vinden.
NoordZaken-opiniemaker Aard Groen ziet de waterstof-economie helemaal zitten. Hij gaf zijn mening erover dit stuk.
Door: Door Loek Mulder. Dit artikel is eerder verschenen op: http://www.rtvnoord.nl/nieuws/178199/Groene-waterstof-biedt-Noorden-een-gouden-kans